Journalisten over Graafsewijkrellen: ‘Wij waren voor het eerst doelwit’
25 jaar geleden stond de Graafsewijk in vuur en vlam: gebouwen brandden, stenen vlogen door de lucht. Op zichzelf al een unieke gebeurtenis, maar ook journalisten werden voor het eerst direct gevaar door relschoppers. Drie oud-journalisten van Omroep Brabant praten er nu voor het eerst over. “We hadden geen idee hoe gevaarlijk het echt was”, zegt oud-verslaggever Nadine Kraaijenzang.
Gerard de Kloet herinnert zich de rellen in Den Bosch in 2000 alsof het gisteren was. Als jonge radioverslaggever van Omroep Brabant werd hij naar de Graafsewijk gestuurd ‘omdat het onrustig was.’ Het was er rumoerig, maar er was geen sprake van rellen. “Ik had wel het gevoel: dit kan een spannende avond worden.” Terwijl hij live verslag deed, nam de dreiging snel toe.
Groepen relschoppers staken gebouwen en auto’s in brand en zochten de confrontatie met de Mobiele Eenheid. Ook journalisten werden doelwit. “Ik had ooit verslag gedaan van voetbalrellen, maar deze avond was anders. Relschoppers keerden zich voor het eerst ook tegen de media, omdat ze niet wilden dat we verslag deden.”
“Het was te onveilig om buiten te blijven.”
Ondanks de dreiging, bleef Gerard zijn werk doen. Op een van de heftigste momenten moest hij een woonhuis invluchten. “Toen de ME zich terugtrok, kwamen vanuit verschillende zijstraten relschoppers de Graafseweg op. Ineens stond ik daar: vuur achter me, relschoppers voor me. Het was te onveilig om buiten te blijven.”
“We werden ineens doelwit voor de relschoppers.”
Op maandagavond, na twee eerdere dagen van rellen, worden cameraman Frans Kienhuis en verslaggeefster van Omroep Brabant Nadine Kaaijenzang de wijk in gestuurd. Niemand verwachtte dat het opnieuw zou escaleren. “We gingen vrij naïef op pad,” zegt Nadine. “Even kijken hoe de wijk erbij lag en wat buurtbewoners spreken.”
Al snel sloeg de vlam weer in de pan. Als de ME met een waterkanon de Graafseweg op rijdt, wordt een groep relschoppers in de richting van de verslaggevers gestuurd. “Opeens kwamen ze op ons af,” zegt Frans. Hij filmt de groep, maar het licht van zijn camera maakt hen zichtbaar. “Ze schreeuwden: ‘Filmen jullie ons?’ Toen werden wij ineens doelwit voor de relschoppers,” herinnert Nadine zich.
Frans kreeg een klap op zijn hoofd en ze vluchtten een huis in. “We moesten de deur dichtduwen terwijl ze achter ons aankwamen,” zegt Nadine. Frans vult aan: “Ik was echt doodsbang.”
Ook binnen sloeg de paniek toe: relschoppers vernielden de ramen. Via de achterdeur werden Frans en Nadine door angstige bewoners een brandgang ingeduwd. “Ik dacht: als ze hier de hoek om komen, zitten we als ratten in de val,” zegt Nadine. Ze hadden geluk: de groep liep door. Later mochten ze bij een ander huis naar binnen, waar ze uren wachtten. “Ondertussen belde de redactie doodleuk of we een bandje met beelden konden komen brengen,” zegt Frans. “Ze hadden totaal niet door hoe gevaarlijk het was.”
“Je bent doelwit geweest en niemand vroeg hoe het met je ging.”
Opvallend genoeg spraken de drie journalisten destijds nauwelijks over wat ze hadden meegemaakt. “We gingen na de rellen gewoon door met nieuws maken,” zegt Nadine. Destijds bood Omroep Brabant nog geen nazorg, zoals nu wel gebruikelijk is. “Misschien ook omdat het de eerste keer was dat relschoppers zich vijandig richting journalisten gedroegen.”
Een kwart eeuw later staan Frans en Nadine samen in de wijk en praten ze voor het eerst over hun ervaringen. “Bizar hé,” zegt Frans. “Je bent doelwit geweest, hebt doodsangst gehad en niemand vroeg hoe het met je ging.”
Ook Gerard herinnert zich hoe hij daarna zo druk was met werk, dat hij nauwelijks de tijd had om te verwerken wat er gebeurd was. “Op de uitvaart van Pierre Bouleij een week later, zag je iedereen instorten door alles wat er was gebeurd.” Pas nu beseft hij hoe ongekend die periode was. “Ik voelde me bedreigd en bang. Het was werk, maar doordat de relschoppers zich tegen de media keerden, maakte het diepe indruk. Dat vergeet ik nooit meer.”
Bekijk onze video over de Graafsewijkrellen:
