GRAAFSEWIJKRELLEN

Drie dagen rellen en vernieling in Graafsewijk: 'Het kan opnieuw gebeuren'

Gisteren om 16:00 • Aangepast gisteren om 21:32

Drie dagen lang stond de Graafsewijk in Den Bosch eind 2000 op scherp. Auto’s brandden uit, ruiten sneuvelden en de mobiele eenheid moest ingrijpen. 25 jaar later kijken onderzoekers terug: wat maakte dat het toen zo kon escaleren en kan zoiets nu weer gebeuren?

Profielfoto van Megan Hanegraaf
Geschreven door

“Vaak is zo’n uitbarsting het gevolg van woede of onvrede die al langer aanwezig is, in combinatie met een unieke gebeurtenis”, zegt Edward van der Torre. Hij was destijds onderzoeker bij het COT, het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, dat werd ingeschakeld om de escalatie van Graafsewijkrellen te onderzoeken. 

Op zaterdag 16 december 2000 ontstonden de rellen nadat FC Den Bosch-supporter Pierre Bouleij door de politie werd doodgeschoten. Familie en supporters wilden hem die avond herdenken bij de wedstrijd van FC Den Bosch, maar burgemeester Ton Rombouts verbood de wedstrijd uit angst voor rellen.

 

 

Relschoppers keerden zich tegen politie in december 2000
Relschoppers keerden zich tegen politie in december 2000

Dat leidde juist tot woede. Zo'n twintig Bossche supporters vertrokken vanuit het stamcafé aan de Graafseweg naar het stadhuis, vernielden ruiten en zochten de confrontatie met de politie. De groep van inmiddels honderd relschoppers ging later terug naar de Graafsewijk, waar de confrontatie met de politie uit de hand liep. 

Drie dagen lang waren er in de avond steeds rellen in de Graafsewijk. Na die dagen, op dinsdagavond 19 december, was er veel politie-inzet en bleef het eindelijk rustig.

Maar er speelde destijds nog veel meer. Zo waren de wijkbewoners ook al boos over sloopplannen en harde politieacties tegen hennepkwekerijen.

“Er heerste sterk het gevoel: de overheid is tegen ons. Dat sudderde al een tijd. En als daar dan zo’n extreem incident bovenop komt, kan alles in één keer ontploffen”, legt Van der Torre uit. Het leidde tot brandstichting, vernielingen en confrontaties met de politie.

“We kunnen nooit precies voorspellen wanneer het echt misgaat.”

Ook onderzoeker Hans Moors, die de coronarellen in onder meer Den Bosch onderzocht, herkent het patroon. Toch waarschuwt hij ervoor om te simpel te denken. “We weten veel over rellen, over relschoppers en over onderliggende spanningen. Maar we kunnen bijna nooit precies voorspellen wanneer het echt misgaat”, zegt hij.

Voor burgemeester Ton Rombouts, zijn woordvoerder en de politie zijn de rellen een gesloten boek. Daarom werkten zij niet mee aan de serie van Omroep Brabant. Ook de familie Bouleij en politici van destijds zagen om die reden af van medewerking. 

Waar Van der Torre spreekt over een combinatie van oude woede en een nieuwe aanleiding, benadrukt Moors dat zo’n ‘flitsmoment’ vaak veel ingewikkelder is. “In de praktijk komen er veel meer factoren samen. Verschillende groepen, verschillende motieven en sfeer op straat. Het is geen simpele optelsom.”
“Na zo’n schokkende avond moet je in de wijk zijn.”

Juist omdat zulke situaties zo complex zijn, is het voor bestuurders en politie lastig om te bepalen wanneer ingrijpen nodig is. Maar volgens het COT-onderzoek, later gepubliceerd als Bossche Avonden, had de burgemeester, politie en justitie anders kunnen handelen. En kunnen voorkomen dat de rellen drie dagen duurden.

Overdag was het rustig op straat en 's avonds braken er rellen uit aan de Graafseweg.
Overdag was het rustig op straat en 's avonds braken er rellen uit aan de Graafseweg.

“De grootste fout was dat ze dachten dat de rellen voorbij waren toen het zondagavond weer rustig was in de wijk”, stelt Van der Torre. Volgens hem had dit voorkomen kunnen worden door meteen de wijk in te gaan. Een politiechef had dat idee wel geopperd, maar het werd niet uitgevoerd.

“Wij liepen er als onderzoekers wel, maar zagen geen politie, geen jongerenwerk, geen zichtbare overheid. Dat vond ik echt onbegrijpelijk. Na zo’n schokkende avond moet je in de wijk zijn. Alleen dan hoor en zie je hoe de situatie zich ontwikkelt”, zo zegt hij.

Toch had Van der Torre ook moeite met de conclusie van het onderzoek. “Enerzijds was de driehoek misschien te naïef. Anderzijds hadden ze zoiets nog nooit meegemaakt en wisten ze niet goed wat te doen.”

“Je kunt niet zomaar ME’ers sturen als er verder niets gebeurt.”

Volgens Moors is de kans klein dat opnieuw rellen uitbreken zoals in 2000. “Nu heeft de politie veel meer informatie tot haar beschikking dan destijds.” Een groot verschil is de rol van sociale media. “Waar mensen vroeger mobiliseerden via cafés en via-via, gebeurt dat nu online. De politie ziet die berichten ook en kan er sneller op inspelen”, zegt hij.

Beeld van de avondklokrellen in de Graafsewijk, Den Bosch.
Beeld van de avondklokrellen in de Graafsewijk, Den Bosch.

Toch kan dat ook een valkuil zijn, zoals bij de coronarellen in 2022. Moors: “Er is zoveel informatie dat het moeilijk is te bepalen welke maatregelen nodig zijn. Je kunt ook niet zomaar een peloton ME’ers sturen als er verder niets gebeurt. In zo’n crisismoment is het ontzettend ingewikkeld om adequaat te handelen en achteraf is makkelijk praten.”

Van der Torre vult aan: “Maar als het escaleert, moet je er als overheid meteen bovenop zitten. Anders kan het zomaar weer uit de hand lopen.”

Bekijk onze video over de Graafsewijkrellen:

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.