Na hartstilstand geniet Lars nu extra van kerst
Met kerst zit hij er gewoon bij, aan tafel, met familie. Zonder slangen of monitoren aan zijn lijf. Drie maanden geleden was dat allesbehalve vanzelfsprekend voor Lars Nabbe (23) uit Sambeek. Hij had eerder hartproblemen, maar mocht weer voetballen van artsen. Toch kreeg hij tijdens een voetbalwedstrijd een hartstilstand, die hij ternauwernood overleefde.
Het was kantje boord. Lars lag veertig uur in coma. In het Radboudumc werd zijn lekkende hartklep gerepareerd en kreeg hij een ICD, een inwendige defibrillator. “Dat geeft zekerheid. Het is een soort back-up.” Zijn hart klopt nu anders, zegt hij. “Rustiger, minder impulsief. Achteraf merk ik pas hoe onrustig het was. Dat voelt heel geruststellend."
Wat de hartstilstand precies veroorzaakte, is nog steeds onduidelijk. Lars had al langer hartproblemen. Daarom moest hij zijn profdroom bij VVV Venlo opgeven. Een ontsteking had littekens achtergelaten. Ook lekte zijn hartklep, nu ernstiger dan voorheen.
"Ik heb gewoon heel veel pech gehad."
“Die combinatie kan een trigger zijn geweest, maar ik heb ook gewoon heel veel pech gehad”, zegt hij. Voortekenen waren er niet. Vlak voor de hartaanval had hij nog gevlagd bij de wedstrijd van zijn vriendin en zussen. Pas de laatste paar seconden werd hij ineens duizelig. "Dan besef je, dit kan gewoon elk moment gebeuren.”
Van de hartstilstand zelf weet hij bijna niets meer. Het verhaal kent hij van anderen. Zijn moeder rende het veld op en begon direct met reanimeren. Ook Lukas Vorstermans, aanvoerder van de tegenpartij, hielp mee. “We hebben veel contact gehad en elkaar gezien. Het is een fantastische gast en we hebben een bijzondere band opgebouwd.”
“Ze hadden een heel ander beeld van mij, terwijl het heel goed met me ging."
“Het gaat goed met me", zegt hij nu drie maanden later. “Ik heb geen pijn meer, mag steeds meer doen en mijn weekenden zijn weer redelijk normaal. Op sporten na dan.”
De eerste weken na zijn ontslag uit het ziekenhuis waren vreemd. Overal kwam hij mensen tegen die hem weken niet hadden gezien en dachten dat het slecht met hem ging. “Ze hadden een heel ander beeld van mij, terwijl het heel goed met me ging. Het was een hele bijzondere periode.”
"Ik ga niet in angst leven."
De zichtbare littekens deren hem niet. “Het is een herinnering aan een bijzondere tijd.” Mentaal voelt hij zich sterk. Angst voor een nieuwe hartstilstand heeft hij niet. “Dat ligt niet in de lijn der verwachting. En als het zo is, dan is het zo. Ik ga niet in angst leven.”
Toch beseft hij dat het voor zijn omgeving soms lastiger is dan voor hemzelf. Zijn vriendin kan er nog emotioneel van worden, net als mensen die het zagen gebeuren. “Dat is volkomen logisch. Ik vind het het vervelendst dat zij dat beeld moeten verwerken.”
"Ik vond het juist fijn om iedereen weer te zien en spreken."
Sporten mag voorlopig nog niet, maar bij zijn voetbalteam is Lars er elke week bij. “Veel mensen vroegen of het niet gek voelde om weer te komen. Ik vond het juist fijn om iedereen weer te zien en spreken.”
Toen hij in 2020 door hartproblemen moest stoppen met profvoetbal, werd hij trainer van Sambeek. Hij is nog niet opnieuw gevraagd. "Ze weten ook dat mijn ambitie hier niet ligt." Lars heeft een andere ambitie: het kozijnenbedrijf van zijn vader overnemen in de toekomst.
"Je zit samen en je beseft: het was dichtbij."
In januari start zijn revalidatie met acht weken in het Radboud. Een combinatie van fysio, cardiologie, psychologie en voeding, samen met andere lotgenoten. "Ze zijn alleen een stuk ouder. De cardioloog zei: 'Jij gaat je kapot vervelen, maar je moet er doorheen'." Daarna krijgt Lars de kans om verder te revalideren op Papendal, bij zijn huidige sportcardioloog.
"Vanaf daar gaan ze me prikkelen om fitter te worden, op het juiste tempo. Ik wil het verantwoord aanpakken en het maximale eruit halen. Mijn doel is om weer net zo fit te worden als ik was, of nog fitter.” Of hij ooit nog gaat voetballen, weet hij nog niet. "Ik heb nu geen ambitie meer om hoog te voetballen. Misschien krijg ik die nog."
Deze kerst voelt anders dan alle andere. “Je zit samen en je beseft: het was dichtbij.” Tegelijk overheerst dankbaarheid. “We kunnen weer vooruitkijken. Ik ben er nog. Dat is het belangrijkste. Met kerst gaan we daar extra van genieten.”
