Vondst vliegtuigbom herinnert aan zware bombardementen op Eindhoven
Eindhoven is vaak gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog. Er waren diverse doelwitten in en rond de stad. De tonnen aan explosieven en metaal hadden desastreuze gevolgen. Zelfs tachtig jaar later vormen ze nog steeds een gevaar, zo blijkt uit de Britse 500 ponder die vrijdag is ontdekt in de Eindhovense binnenstad. Toch zijn vliegtuigbommen in Brabantse binnensteden zeldzaam.
Al vanaf de eerste oorlogsdag 10 mei 1940, lag de stad onder vuur, of beter gezegd de vliegbasis. Duitse bommenwerpers schoten het vliegveld en de toestellen kapot. Tijdens de Duitse bezetting was het in het luchtruim nooit rustig. Duitse jagers vertrokken naar Engelse steden, luchtgevechten waren er ook en dag en nacht kwamen er geallieerde vliegtuigen over.
Brabant lag op een belangrijke route naar Hitler-Duitsland. De geallieerden vlogen zo in enorme formaties naar Duitse steden. Soms werden ook plaatsen in Brabant gebombardeerd. Belangrijkste doelwitten waren vliegvelden van de Luftwaffe: Gilze Rijen, Volkel, Woensdrecht en Eindhoven en spoorwegknooppunten.
Fabrieken
Eindhoven had nog een ander belangrijk doelwit: fabrieken. Zoals de Philipsfabrieken op Strijp waar radio's werden gemaakt. De bekendste geallieerde aanval was die op 6 december 1942. Die is de geschiedenis ingegaan als het Sinterklaasbombardement. Bijna 150 doden vielen er toen.
Na de landingen op D-day namen de geallieerde bombardementen toe. In augustus 1944 was het vaak raak. Er vielen die maand alleen al honderdduizenden tonnen aan bommen in Brabant.
Zo bestookte op een zomerse dag een formatie van 120 bommenwerpers Eindhoven en het vliegveld. Tot in Strijp en bij de Trudokerk vielen de bommen.
Meer dan 200 doden
Enkele uren voor de start van de bevrijding met Market Garden bestookten geallieerden Duitse doelen in en rond Eindhoven. Kort daarna volgde een andere bekende aanval, nu weer van de vijand in september 1944. Eindhoven was net een dag bevrijd en de Luftwaffe bombardeerde de oprukkende geallieerde troepen in de binnenstad. Opnieuw met veel schade en meer dan 200 doden.
Van alle steden in ons land lagen Rotterdam en de havens misschien het vaakst onder vuur. Er zijn plekken bekend waar nog bommen liggen, zelfs onder woningen. Ook een stad als Nijmegen kende veel schade en doden na zo'n luchtaanval.
Jaarlijks worden er door het hele land kleinere explosieven uit de oorlog gevonden. Vliegtuigbommen zijn wat zeldzamer, maar alleen al in 2025 waren er drie vondsten in het nieuws: bij vliegbasis Eindhoven en Gilze Rijen en in één weiland bij Knegsel.
Die bommen worden 'blindgangers' genoemd. Het is een bekend gegeven dat bommen, granaten en raketten niet altijd afgingen. Soms door sabotage, maar ook door defecten. Zo liggen er nog veel explosieven uit de oorlog in de bodem weg te roesten.
Ontmanteling
Bij de opruiming maken de autoriteiten altijd een plan. Met die ene belangrijke vraag: kan het ding zo mee of moeten we hem ter plekke ontmantelen? Als hij zo mee kan, is het gevaar snel geweken. Maar dat is bijna nooit.
Grootste probleem is dat zo'n vliegtuigbom 'gewapend' is. De ontsteking of ontstekingen zitten er in gedraaid en stonden dus op scherp toen hij werd afgeworpen. Door de val is zo'n bom soms beschadigd. Specialisten van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie hebben even nodig om vast te stellen wat het voor een type is en hoe ze hem kunnen ontmantelen.
Evacuatie
Als het ding niet verplaatst kan worden, moet de bom ter plekke worden ontmanteld. Er wordt altijd rekening gehouden met een ontploffing, dus in het ergste geval zijn er zeecontainers, damwanden en zandbergen nodig om alles 'in te pakken'. En er moet ontruimd worden. Dat heeft nog wel de meeste impact: mensen en dieren moeten even enkele uren uit de buurt blijven. Ook het luchtruim wordt vaak gesloten.
Bij de oosterburen kennen ze fenomeen maar al te goed. Het probleem van de blindgangers geldt niet alleen voor ons land. Duitse steden worden vaak opgeschrikt door bomvondsten. Dat leidt bijna altijd tot enorme evacuaties. Hele woonwijken en stadsdelen met tienduizenden mensen moeten dan hun huis uit voor de veiligheid. Dat zijn operaties die veel vragen van hulpdiensten.
Vorige maand nog moesten 20.000 inwoners van Neurenberg maken dat ze wegkwamen voor een bomruiming. Eerder dit jaar gebeurde dat in Berlijn en Osnabrück. In al die gevallen gaat het om evacuaties van (tien)duizenden inwoners, om het zekere voor het onzekere te nemen. Want als zo'n ding toch afgaat, zijn de gevolgen niet te overzien.
