Hillen reageert op een verzoek van de vereniging voor Koude Oorlog Veteranen en Oud-Militairen (KOVOM). Oprichter en voorzitter Hans van der Bruggen uit Eindhoven probeert al jaren erkenning te krijgen. De Koude Oorlog was de periode van gewapende vrede tussen 1949 en begin jaren negentig van de vorige eeuw.

De vaste Kamercommissie van Defensie had Hillen in januari verzocht zich over het verzoek tot erkenning te buigen. In zijn reactie verwijst de minister naar een brief over veteranenzorg van de toenmalige staatssecretaris van Defensie in juni 2009. Hij schrijft hierin dat 'de (oud)militairen die een bijdrage hebben geleverd aan de NAVO-inspanning tegen de dreiging van het Warschaupact erkenning en waardering verdienen'.
Oorlogssituaties
Hillen sluit zich hierbij aan. Hij vindt echter dat de veteranenstatus alleen is weggelegd voor militairen die in oorlogssituaties of tijdens internationale vredesmissies hebben gediend. 'Tijdens de Koude Oorlog was sprake van momenten waarop de spanningen opliepen, maar deze periode kenmerkte zich niet door werkelijke oorlogshandelingen of vergelijkbare omstandigheden,' zo verduidelijkt Hillen. Hij stelt dat behalve het ministerie van Defensie ook het Veteraneninstituut en het Veteranen Platform zich hierin kunnen vinden.

De Unie van Nederlandse Veteranen (UNV) is de enige veteranenvereniging in ons land, die KOVOM ondersteunt. Eind vorige maand hebben de twee verenigingen overigens besloten te gaan samenwerken, onder één hoofdbestuur.