In de Zuid-Poolse plaats Katowice ging maandag de rechtszaak van start tegen 23 verdachten in de corruptiezaak. Onder hen zijn 16 directeuren van regionale ziekenhuizen in het zuiden van Polen. Volgens de Poolse aanklager hebben deze verdachten tussen 1999 en 2006 steekpenningen aangenomen voor de aanschaf van medische apparatuur van Philips.
Steekpenningen
De apparatuur werd via openbare aanbestedingen verkregen. Ziekenhuismedewerkers stelden echter na betaling door Philips dusdanige technische eisen aan de apparatuur dat Philips feitelijk de enige leverancier kon zijn. "De directeuren ontvingen minimaal vijf procent van de waarde van de apparatuur als steekpenningen. In sommige gevallen liep dit bedrag op tot enkele tienduizenden euro's", aldus Laskowski van het OM in Poznan. In die plaats werd het vooronderzoek verricht.

Behalve de directeuren zijn drie medewerkers van Philips aangeklaagd. Ook staan nog vier andere verdachten terecht. Het zijn eigenaren van kleine bedrijven die verdacht worden van bemiddeling bij de smeergeldtransacties

tussen Philips en de ziekenhuizen.
Justitie traag
Eerder maandag werd bekend dat Nederland traag heeft gereageerd op hulpverzoeken van de Poolse justitie in deze zaak. Op verschillende hulpverzoeken werd niet gereageerd. "Toen we uiteindelijk wel informatie uit Nederland kregen, hebben we dit nog op tijd bij het onderzoek kunnen voegen", aldus Laskowski.

Het Poolse OM heeft tegen de verdachten in totaal 90 aanklachten voorbereid. De rechtszaak zal op 3 oktober voor het eerst inhoudelijk behandeld worden. De rechtbank heeft minstens vijf dagen voor de zittingen uitgetrokken. Dat bleek maandag tijdens een regiezitting.