Ten Winkel had mogelijk hulp bij verdwijning Bebe Paña
Bebe Paña verdween in 2001 onder verdachte omstandigheden. Haar echtgenoot beweerde dat ze was teruggekeerd naar de Filippijnen om daar een nieuw leven te beginnen. Vier jaar later werd Ten Winkel alsnog opgepakt nadat haar lichaam ingemetseld in het huis van de tweelingbroer van Ten Winkel werd aangetroffen.
Edwin ten Winkel werd verdacht van de moord op zijn vrouw en medio 2006 door de rechtbank in Den Bosch veroordeeld tot twaalf jaar cel voor doodslag. In 2007 werd hij in hoger beroep vrijgesproken. Volgens De Vries is Ten Winkel 'beloond met het feit dat hij het slachtoffer in het beton heeft gestort, waardoor de doodsoorzaak niet meer te bepalen was'. Het lichaam was al deels ontbonden doordat het in beton zat.
'Onterechte vrijspraak'
Oud-rechercheur Nanco Veenbrink, die deel uitmaakte van het team dat de moord op Paña onderzocht, vindt dat Ten Winkel onterecht is vrijgesproken. In de uitzending van Peter R. de Vries zondagavond zei Veenbrink dat Ten Winkel niet kon vertellen hoe zijn vrouw was verpakt na haar dood. Bebe was gewikkeld in plastic, met onder haar hoofd een kussentje, en een bijbel tegen haar lichaam gedrukt. In haar mond had ze een inmiddels groen uitgeslagen muntje, dat in sommige culturen gebruikt wordt als betaalmiddel voor de overtocht naar een volgend leven. Dit zou volgens de uitzending van De Vries aantonen dat Bebe met "compassie was begraven".
Ten Winkel wist hier niks van, bleek tijdens verhoren. Volgens Veenbrink heeft hij tijdens 5 tot 7 verhoren geprobeerd dit er uit te krijgen, maar heeft Ten Winkel de bijbel en het muntje niet genoemd. Dat deed de vraag rijzen of Edwin ten Winkel het zich niet kon herinneren, of dat hij mogelijk niet alleen gehandeld heeft en dat iemand anders deze spullen bij het lichaam van Bebe heeft gelegd.
'Geen gelukkig huwelijk'
Veenbrink bekeek tijdens het onderzoek naar Edwin ten Winkel ook hoe het met zijn huwelijk met Bebe was gesteld. In het prille begin leek het voor de buitenwereld wel een happy huwelijk, maar volgens Veenbrink was het 'geen geweldig huwelijk, geen gelukkig huwelijk'. Ten Winkel hield er vriendinnen op na, zowel voor als na het huwelijk. Zo had Ten Winkel contact met een 14-jarig meisje, Jennifer, toen hij zelf 42 was.
Edwins verschillende vriendinnen op de Filippijnen wisten volgens De Vries niet dat hij getrouwd was, zijn vrouw Bebe wist niets van zijn maîtresses in de Filippijnen.
Spijt van huwelijk
Volgens Peter R. de Vries kreeg Ten Winkel na een jaar huwelijk spijt. In juli 2000 ging hij naar een notaris. Edwin en Bebe waren in gemeenschap van goederen getrouwd en bij een scheiding zou Ten Winkel de helft van zijn vermogen aan Bebe moeten geven. Ten Winkel wilde van die regeling af. Hij informeerde naar de gevolgen voor zijn vermogen wanneer Bebe terug naar de Filippijnen zou gaan, en wat als zij onvindbaar zou zijn.
In bed met Filippijnse
Op 13 oktober 2000 werd Edwin en Bebe's zoon geboren. Tien dagen later ging Ten Winkel naar de Filippijnen, zogenaamd om eten te halen voor zijn vrouw. Hij kwam echter na een aantal dagen met lege handen terug. Veenbrink heeft op de Filippijnen met een meisje gesproken met wie hij daar de meeste tijd in bed heeft doorgebracht.
Donderdag 18 januari 2001, de verjaardag van Edwin en zijn tweelingbroer, is volgens Peter R. de Vries waarschijnlijk de dag dat Bebe om het leven kwam. Die dag heeft ze nog met een vriendin aan de telefoon gezeten, waarbij de doop van haar zoontje besproken werd. Later zou zij dood thuis gelegen hebben.
'Creëren van alibi'
Volgens Peter R. de Vries was Ten Winkel toen al bezig met het creëren van een alibi, door de indruk te wekken dat Bebe nog in leven was. Met Bebe's bankpas werd geld gepind bij een automaat en negen minuten later werd in een winkel een jas afgerekend. Die jas zou een verjaardagscadeau zijn voor Ten Winkel. Veenbrink twijfelt echter aan of het wel Bebe was die de jas afrekende. Volgens hem was de manier van kopen een mannenactie en doen vrouwen dit niet. De jas werd namelijk om kwart voor zes afgerekend, een kwartier voor sluitingstijd, op de dag dat Edwin jarig was. Zonder die aankoop zou zij geen cadeau hebben gehad. Volgens Veenbrink moest de aankoop suggereren dat Bebe toen nog leefde.
Excuusbrief aan kerk
Enkele dagen later, op 22 januari, schreef Ten Winkel een excuusbrief aan de kerk vanwege het niet doorgaan van het dopen. In de brief stond dat Bebe een onzeker persoon was en dat zij besloten had om terug naar de Filippijnen te gaan. De brief heeft Ten Winkel nooit verstuurd. De recherche trof deze later tijdens het onderzoek aan op Ten Winkels computer.
Ongeveer twee weken na Bebe's waarschijnlijke dood zei Ten Winkel tegen vrienden dat Bebe "in overspannen toestand vertrokken is naar de Filippijnen, met een open ticket en een contant geldbedrag". Ten Winkel gaat zelf naar de Filippijnen toe, zogenaamd om Bebe te zoeken terwijl hij volgens De Vries wist dat ze in Nuenen begraven lag. Op de Filippijnen zou hij diverse vriendinnen hebben bezocht.
Persoonlijkheidsstoornis
In het Pieter Baan Centrum werd Ten Winkel aan een onderzoek onderworpen. Daar concludeerden ze dat er weinig mis met hem was. Wel stelden ze vast dat hij een persoonlijkheidsstoornis had. De Vries haalt een rapport aan waarin de psychiater aangaf dat er geen reden was om een behandeling van Ten Winkel te adviseren.
Volgens Veenbrink speelde Ten Winkel al zijn emoties. "Hij moest het goed spelen zodat mensen geen argwaan zouden krijgen."
Ongeloofwaardig
Bebe zou zelfmoord gepleegd hebben door een plastic zak over haar hoofd te doen. Volgens Veenbrink is het praktisch onmogelijk om op zo'n manier jezelf van het leven te beroven. Verder vindt hij het ongeloofwaardig dat Ten Winkel niet wist welke kleur de tas had waarmee zijn vrouw zelfmoord zou hebben gepleegd, en welk merk of winkel er op stond. Andere ongeloofwaardige dingen noemt hij het feit dat er geen afscheidsbrief is gevonden en dat er geen slaapmiddelen in Bebe's lichaam gevonden zijn.
Volgens Veenbrink staat verder vast dat Bebe nooit in de achtertuin van Ten Winkel heeft gelegen. Edwin had namelijk gezegd dat hij van haar hield en haar daarom na haar dood graag bij zich wilde houden. Volgens Veenbrink komt die bewering in een ander licht te staan, aangezien gespecialiseerde lijkenhonden niet aansloegen in de achtertuin van de Nuenense arts. Wel sloegen de honden aan bij de toiletpot in het huis van zijn tweelingbroer. Bebe bleek ook te zijn ingemetseld in het huis van Ten Winkels tweelingbroer.
'Mogelijk stappen tegen Veenbrink'
Advocaat Spong, die Edwin vertegenwoordigt, wilde geen commentaar geven op de uitzending. Wel gaf hij aan "alle opties open te houden om Veenbrink zowel strafrechtelijk als civiel aansprakelijk te stellen voor zijn uitlatingen".