Sjef Janssen uit Erp: 'Ik sta te boek als een boerenlul'
Janssen had veel succes met de Nederlandse ploeg. Zo behaalde de Oranje-equipe in 2006 een zilveren medaille tijdens de Wereldruiterspelen, goud op het EK in Turijn in 2007, een zilveren (met het team) en gouden (Anky van Grunsven) medaille tijdens de Spelen in 2008 in Beijing en zilver (Adelinde Cornelissen) en brons (met het team) tijdens de voorbije Spelen in Londen.
Revolutie in de dressuur"In de krant lees ik wekelijks verhalen over coaches die concessies doen. Onder druk van media, sponsoren, bestuurders. Ik begrijp dat wel. Ze zijn vaak jong, hebben het geld en status nodig. Het is jammer. Ze dragen op die manier hun eigen werkwijze niet meer voldoende uit."
Zelf ontketende Janssen, de man van amazone Anky van Grunsven, een revolutie in de dressuur. Hij rekende af met de zekerheden in de sport. "Op mijn 28e zat ik voor het eerst op een paard. Dat is de basis van het succes geweest. Veel ruiters zijn van jongs af gaan opgegroeid met de klassieke methodes. Ik keek er anders tegenaan en heb vervolgens mijn eigen weg gevolgd."
'Sporten zit in de genen'Volgens Janssen was dat vooral een kwestie van logisch nadenken. "Iedereen deed altijd hetzelfde. Ik dacht: dat kan niet waar zijn. Elk paard is toch anders? De dieren werken graag, maar laat ze het doen op een manier die ze prettig vinden, waarvan ze sterker worden en een band krijgen met de ruiter. Als je elkaar begrijpt is het zoveel makkelijker."
Dat hij veel wist van sport was een groot voordeel bij het ontwikkelen van zijn eigen werkwijze. Zijn vader 'Sjefke' Janssen, inmiddels 93, reed viermaal de Tour de France. "Ik kom uit een sportgezin, het zit in de genen. Veel dingen die ik in andere disciplines heb geleerd heb ik in de paardensport gebracht."
'Ik sta te boek als een boerenlul'Wel hield hij altijd rekening met paard en atleet. "Ik sta te boek als een boerenlul, maar ben eigenlijk iemand met een klein hartje. Of eigenlijk een groot hart, hoe zeg je dat. Je kunt mij als coach altijd 'uitnutten'. Ik ben zeer facilitair ingericht. Als het tijdens de toernooien echt nodig was, deed ik soms concessies om iedereen zo optimaal mogelijk te laten functioneren en uiteindelijk resultaat te halen, daar werd ik voor betaald."