In 2016 staat Den Bosch uitgebreid stil bij het 500ste sterfjaar van Jeroen Bosch. In de aanloop naar dat herdenkingsjaar duikt de schilder al regelmatig op tijdens culturele activiteiten.
Sleutelfiguren in de Stadsopera zijn Jheronimus en Aleid. Hun naamgevers zijn Jeroen Bosch en zijn geliefde. Toch gaat de opvoering niet over het leven van de bekende schilder. Wel over de demonen en angsten waar hij mee worstelde. En waar hij ook over schilderde. Woede, afgunst en hebzucht bijvoorbeeld.
Gekken geven stad kleurIn de opera krijgt zangeres Aleid met die demonen te maken. Zij keert na lange tijd terug in haar geboortestad Den Bosch. Door een terloopse opmerking van een klein jongetje breekt ze en raakt in psychische nood. Ze komt terecht in de voormalige zorginstelling Reinier van Arkel. Regisseur Vincent van den Elshout: "Het gesticht. Dat bestaat niet meer. Maar elke Bosschenaar kan zich nog wel de figuren herinneren die er verbleven. Die 'gekken' gaven de stad kleur."
Hoewel het stuk speelt in de moderne tijd, is voor schilder Jeroen Bosch een grotere rol weggelegd dan alleen dat zijn naam gekoppeld is aan die van het hoofdpersonage Jheronimus: Van den Elshout: "We hebben de kracht van Jheronimus Bosch gebruikt. Hij kon zijn demonen aan door over ze te schilderen. Als spiritueel leider helpt hij Aleid om haar angsten en gekte te overwinnen."
Heel andersIn totaal werken zo'n 250 mensen aan de opera. Naast solisten als Maartje Rammeloo en Hein F.M. Remmers is zingt ook het Jeroen Bosch Koor straks de longen uit het lijf. De koorleden zijn al enkele weken aan het repeteren. "Het is iets heel anders dan wat we normaal doen. We doen altijd hele klassieke dingen. Nu krijgen we bijvoorbeeld lessen om te leren hoe we straks op het podium moeten bewegen. De muziek is heel vrolijk. We zien onszelf al helemaal staan straks op de Parade. Heel spannend!"
De Stadsopera Jheronimus wordt opgevoerd van 7 tot en met 15 december.