Natte voedselarme graslanden zijn zeldzaam in Nederland. Het project Blues in the Marshes gaat ze terugbrengen. Voor het pimpernelblauwtje vormen deze blauwgraslanden het paradijs.
De MoerputtenIn het gebied waar Blues in the Marshes wordt uitgevoerd ligt het gebied De Moerputten. Daar liggen al blauwgraslanden. Tijdens een persexcursie laat boswachter José Borsboom van Staatsbosbeheer de graslanden zien.
"Je ziet het rood van de Grote Pimpernellen, het blauw van de Blauwe Knoop en de Blauwe Zegge, geel Struisgras, witte Moerasspirea. En als je goed kijkt zie je ook het pluizige van het Veenpluis. Er zijn hier zoveel kleuren en vormen. Er is zoveel te zien!"
PimpernelblauwtjeTot 1850 was er in Nederland ongeveer 100.000 hectare blauwgrasland. Daar is nog een kleine 200 hectare van over. Met Blues in the Marshes wordt deze oppervlakte bijna verdubbeld. Boswachter Jan van Mierlo van Natuurmonumenten vertelt waarom dat belangrijk is.
"Nou, bijvoorbeeld omdat het pimpernelblauwtje er voorkomt. Een hele mooie vlinder. Maar ook omdat het zo divers is. Het is het behouden meer dan waard, mensen moeten hiervan kunnen blijven genieten."
Meer populatiesIrma Wynhoff van de Vlinderstichting beaamt dat volmondig. Ook deze stichting is partij in Blues in the Marshes. Nu leeft het pimpernelblauwtje alleen in de Moerputten in Nederland. De Vlinderstichting heeft er alle vertrouwen in dat de in heel Europa bedreigde vlinder profijt van het project gaat hebben.
"Het moet kunnen. De oppervlakte van het projectgebied is zo groot dat we een flinke kans hebben dat er straks meer populaties zijn!"