Koloniale Waren in Noordbrabants Museum 'Wat je van ver haalt, is lekker''
Het overgrote deel van wat we eten en drinken, komt oorspronkelijk van ver. Paul Huys Janssen van het Noordbrabants Museum heeft weinig tijd nodig om voorbeelden te verzinnen. Koffie en thee natuurlijk, maar ook aardappelen en tomaten (Zuid-Amerika) en rabarber (China) zijn niet van hier.
PeperduurIn de eerste jaren dat Nederlanders koffie en thee gingen drinken, waren ze nog peperduur. Zulk bijzonder spul dronk je dan ook uit zilveren kannen. In het Bossche museum staat er een hele rij welig versierde thee- en koffiepotten.
De handelaren veranderden onze manier van eten en drinken. Nu kijkt niemand meer op van specerijen als peper, kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en foelie maar ooit waren ze hier onbekend. De handel legde de kooplieden ook geen windeieren, de huizen in de Amsterdamse grachtengordel zijn er het bewijs van.
RembrandtDe rijke handelaren lieten niet alleen voedsel en drank van ver komen, maar ook exotische en bijzondere voorwerpen. Het Noordbrabants Museum laat een porseleinen pot zien met een waarde van ruim twee ton uit de collectie van Bosschenaar Floris van der Ven die antiek Chinees porselein verhandelt. De enorme pot is zeldzaam, vertelt Van der Ven. "Je kan 'm wat historische waarde betreft, vergelijken met een schilderij van Rembrandt."
'Koloniale Waren' is de zomertentoonstelling van het Noordbrabants Museum, gemaakt voor gezinnen met kinderen. Een van de zalen staat dan ook vol met nagebouwde historische winkeltjes waar kinderen kunnen spelen. Precies het soort winkeltje waarin Douwe Egberts en Albert Heijn ook begonnen met hun handel in koloniale waren.