Stuifmail 29 november: parasolzwam, bever en stormachtig gedicht

30 november 2015 om 11:19
nl
Wekelijks verhaalt boswachter Frans Kapteijns uit Oisterwijk over wat de natuur te bieden heeft. Luisteraars kunnen vragen stellen via [email protected]. Deze zondag besteedt boswachter Frans onder meer aandacht aan de parasolzwam, een knaagspoor van een bever en een stormachtig gedicht.
Profielfoto van Yoeri Nijs
Geschreven door
Yoeri Nijs

Foto 1. Toos van de Rijt, parasolzwamOp de foto zie je een kamerplant, een palm, met tussen de korrels een paddenstoel. Grappige foto. Toos van de Rijt vraagt zich af welke paddenstoel dit is en of deze paddenstoel schadelijk is voor de plant.
De paddenstoel lijkt op een parasolzwam. Deze soort paddenstoel is niet gevaarlijk voor planten. Het zijn namelijk saprofyten, die leven van dood materiaal. Ze ruimen in dit geval het dode materiaal wat in de plantenpot ligt op.
Foto 2 en 3. Familie van Sambeek, knaagspoor van een bever (2 foto's)Op de foto zie je duidelijk de sporen van vraat door een bever. Met zijn grote voortanden, die bedekt zijn met een harde laag oranje glazuur, heeft hij daar langs de Maas de spaanders van op de foto achtergelaten. Je kunt dus met zekerheid vaststellen dat de bever een vaste plek heeft gevonden in de buurt van Vierlingsbeek. Heel mooi.
De bever is het grootste knaagdier van Europa en heeft een lengte van 100 centimeter, wat gemeten is van kop tot staart. De staart is zelf ook nog eens zo'n 35 centimeter en dus is de bever best wel een imposante verschijning.  Bevers zijn in Nederland uitgestorven in 1826. Vanaf 1988 is men begonnen met het uitzetten van bevers en inmiddels zijn de bevers weer bijna overal te vinden langs onze rivieren en Brabantse beken, zoals de Dommel.  
Foto 4. Internet, rechtenvrij, veld met madeliefjesDe buuf vroeg zich af welke witte bloempjes zij gezien kan hebben in de berm. Volgens mij zijn het madeliefjes, want ik heb er ook heel veel in bermen zien staan en ook nog in graslanden. Deze madeliefjes worden ook wel meizoentjes genoemd, omdat ze vooral in mei bloeien, maar dus ook nu eind november.
De late bloei heeft volgens mij te maken met de warme temperaturen die we net achter de rug hebben. Planten nemen dan nog de kans om te bloeien. Opwarming van onze aarde heeft te maken met die warme temperaturen. Hopelijk gaat men op de Klimaattop, die maandag is, iets ondernemen tegen dit fenomeen.
Foto 5. Loes Westgeest, dreighouding grote zilverreigerOp de foto zie je een grote zilverreiger in een houding staan, zoals deze vogels altijd staan wanneer ze een dreiging aangeven. Naast de grote zilverreiger staan drie aalscholvers en wellicht is daar de zilverreiger niet zo blij mee. Beide soorten azen namelijk op vis, zoals stekelbaarzen. De zilverreiger wil met zijn houding aangeven dat hij de rest eigenlijk niet daar op de tak wil hebben.
Overigens komen grote zilverreigers pas vanaf 1976 jaarlijks in Nederland. Vanaf 1978 zijn ze jaarlijks in ons land gaan broeden en in topjaren zijn dat zelfs meer dan 150 paren.
Foto 6. Marianne Wijten, regenboog bij de OosterscheldeOp de ietwat vage foto zie je heel duidelijk een stel Ransuilen. Einde herfst is de tijd dat ransuilen groepen gaan vormen en dat doen ze door samen in een boom te kruipen. Deze bomen worden dan roestbomen, van rusten, genoemd. Overigens zijn ransuilen ook de enige uilen, die dit gedrag, samenleven met soortgenoten, vertonen. Overdag kan je dan een stel van die vogels bij elkaar zien zitten. In de nacht gaan ze op voedseltocht om dan in de avond terug te keren naar die roestboom. Vaak zijn het naaldbomen, en dan het liefst zeedennen, maar ook in andere bomen komen ze voor.
Naast een plaats om te slapen, zijn roestbomen ook ideaal om een partner te vinden. Vanaf januari worden op de roestplaatsen namelijk de eerste contacten gemaakt tussen mannetjes en vrouwtjes. Later in het voorjaar, in de maanden maart en april, houden de Ransuilen baltsvluchten.
Foto 7. Otter.Het aantal otters in Nederland is het afgelopen jaar weer toegenomen, dit blijkt uit de meest recente monitoringsgegevens. Dit geldt niet voor de ruimtelijke verspreiding, de otter heeft zich nauwelijks uitgebreid naar nieuwe gebieden. Er vindt voornamelijk verdichting plaats in de gebieden waar de otter al voorkwam.
Gedicht van Ellen de Haan: StormenZoals stormen, stormenstormde jij voorbij.Brak wat takkenvan mijn zij.Maar zoals de stormen stormden,groeiden er weer nieuwetakken aan mij.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.