Het provinciebestuur laat in de brief weten dat er geen zogenoemde Roetveegpieten bij de Sinterklaasviering waren. En, maakt het bestuur op rijm duidelijk, het gaat niet om het uiterlijk van de Piet. Het plezier van de Brabantse kinderen staat voorop.

Een bloemlezing uit de briefwisseling:

Is de provincie pro-actief benaderd door een anti-Zwarte Pietgroepering met de oproep om iets aan de traditionele Zwarte Piet te doen? Zo ja, kan het college aangeven welke groepering of welke personen de provincie hebben benaderd?
Antwoord: Anti of traditioneel, het plezier van de Brabantse kinderen is essentieel.

Is het college het met de PVV eens dat het Sinterklaasfeest, waarbij Zwarte Piet een prominente rol speelt en er integraal deel van uitmaakt, een van de mooiste tradities van Nederland is?
Antwoord: Het is een schitterende traditie, met ieder jaar weer een nieuwe editie.

Is het college het verder eens met de PVV dat elke ondermijning van het Sinterklaasfeest een ondermijning van de Nederlandse cultuur is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: De ondermijning van de Nederlandse cultuur is de Sint onbekend, hij is in Brabant altijd in zijn element. 

Al jaren blijkt uit diverse peilingen en enquêtes dat een grote meerderheid vindt dat Zwarte Piet niet moet worden afgeschaft of aangepast. Is het college het dan ook met de PVV eens dat er geluisterd moet worden naar de wensen van het merendeel van de Nederlandse burgers en niet naar de eisen van een drammende minderheid?
Antwoord: Het merendeel van de Nederlandse kinderen viert ieder jaar een prachtig feest, daar draait het om, het allermeest.

De brief wordt afgesloten met: 'Gedeputeerde Staten wenst alle Brabanders een fijne pakjesavond, met Sinterklaas en welke Piet dan ook'.