In Groningen minder, in Waalwijk juist meer: vijf vragen (en antwoorden) over gaswinning in Brabant

24 mei 2018 om 17:14
nl
De gaswinning in Waalwijk gaat omhoog, tenminste als het aan het ministerie ligt. De plannen zijn donderdag officieel bekend gemaakt. Toch zit vrijwel niemand daar op te wachten, van provincie tot gemeenten. Vijf vragen en antwoorden over deze plannen.
Geschreven door

1) Huh, gaswinning in Brabant? Waar?
Je denkt bij gaswinning waarschijnlijk aan Groningen, maar ook in Brabant is wel degelijk aardgas onder de grond aanwezig. Veel is er niet, alleen een strook in Waalwijk, Loon op Zand en Tilburg. Er is ook wat gas gevonden in Aalburg, maar dat is zo weinig dat het te weinig oplevert. Sinds begin jaren negentig wordt er al op vier locaties gas gewonnen in Waalwijk, maar elk jaar weer iets minder. In 1991 was het bijvoorbeeld 1,4 miljoen kubieke meter per dag. Nu ligt dat op zo'n 75.000 kubieke meter.

Maar het Canadese gaswinningsbedrijf Vermilion Energy denkt dat de komende jaren in Waalwijk extra gas uit de grond gehaald kan worden. Daarom is dit plan gemaakt dat sinds donderdag ter inzage ligt. Met als hoogtepunt 2020 als er volgens berekeningen van Vermilion Energy maximaal 403.000 kubieke meter aan gas kan worden gewonnen. De gaswinning zou tot 2026 duren.

Wachten op privacy instellingen...

2) Wie zijn tegen, en waarom?
Een hoop partijen. De provincie is er niet blij mee en had al op voorhand een sterk negatief advies uitgegeven. Dit vanwege de omstreden methode van 'fracken'. De bodem wordt dan onder hoge druk opengebroken met water en chemicaliën, zodat het gas door de barsten vrijkomt.  De provincie verwacht negatieve effecten op natuur en milieu. Zo zou de bodem enkele centimeters kunnen zakken en het grondwaterpeil daardoor ook. Ook vindt de provincie dat gaswinning een verkeerd signaal is, terwijl er juist wordt ingezet op duurzame energie. 

“Dit lijkt wel een besluit van honderd jaar geleden. Dit is echt een verkeerde ontwikkeling”, vertelt Selçuk Akinci, directeur van de Brabantse Milieufederatie. “We moeten juist van het gas af. Nederland moet verduurzamen”, vindt hij. “En dan heb ik het nog niets eens over de veiligheidsrisico’s.” Hij wil samen met andere tegenstanders optrekken om dit tegen te houden.

De gemeente Waalwijk lijkt van standpunt te veranderen. In januari liet ze nog weten nauwelijks bezwaren te hebben. Nu maakt ze toch bezwaar. Verdere tekst en uitleg weigert de gemeente te geven. “Het is nog te vroeg.” 

3) Waarom zet het ministerie dan toch door?
Volgens de gaswinner en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn de risico's zeer gering. “Vanwege het geleidelijke verloop van de bodemdaling worden geen nadelige gevolgen verwacht voor gebouwen, infrastructuur, en voor natuur en milieu. In het verleden zijn er geen aardbevingen in het gebied geweest. De kans dat dit in de toekomst wel gebeurt, is verwaarloosbaar”, stelt Vermilion Energy. 

Maar GroenLinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren durft daar niet blindelings vanuit te gaan. "In Groningen werd aanvankelijk ook gezegd dat de risico's klein waren, de aardbevingen echt wel meevielen. Dat bleek anders. Het kan zijn dat de risico’s in Waalwijk daadwerkelijk klein zijn, maar de geloofwaardigheid van dit soort bedrijven is weg. Voor Kamerleden is het moeilijk om gasbedrijven te controleren.” Ook de CDA-fractie in Provinciale Staten maakt zich zorgen, ze stuurde direct na berichtgeving bij Omroep Brabant vragen naar Gedeputeerde Staten.

4) Hoe nu verder?
De plannen zijn nog niet definitief. De komende zes weken kan iedereen die het graag anders ziet, reageren. Zo willen de provincie en de milieufederatie al bezwaar gaan maken. Op 6 juni worden de bewoners geïnformeerd. 

5) En hoe zit het met de andere Brabantse gemeenten?
Plannen voor gaswinning in Loon op Zand en Tilburg staan voorlopig even in de ijskast. De twee gemeenten zijn tegen. De minister buigt zich nu over de plannen en neemt later een besluit.  

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.