Video

Robert werd verward van de snelweg gehaald: 'Ja, ik was een straatjunk, maar ook een mens'

2 oktober 2018 om 18:55
nl
Het is zondagochtend, zo rond een uur of negen. Robert Pols loopt schreeuwend en tierend op de vluchtstrook langs de A58, vlakbij Gilze-Rijen. Meerdere politie-auto's komen bij hem aan. Robert vlucht een wildbuis onder de snelweg in, maar wordt er door meerdere agenten weer uit gesleurd. Uiteindelijk zit hij in de cel, met een psychiater die hem niet kan bereiken. "Als iemand me gewoon een warme frikandel had gegeven, was het misschien anders gelopen."
Profielfoto van Alice van der Plas
Geschreven door

Ondanks alles toch gezien worden als mens. Dat is waar het Robert om te doen is. En daarom werkt hij nu als hulpverlener mee aan nieuwe plannen om verwarde mensen beter op te kunnen vangen. Dinsdag kwamen alle hulpverleners, zoals GGZ, politie en gemeenten, in Vught bij elkaar om hierover te praten.

'Leven in de goot'
Pols uit Eindhoven was 12 toen hij voor het eerst alcohol dronk. "Ik werd gepest. Ik had rood haar en was het kleinste jongetje van de klas. Mijn moeder maakte onze kleren zelf. Ik had een flink minderwaardigheidscomplex. Ik was mijn trauma aan het wegzuipen. Daar is de verslaving ontsprongen."

Maar dat eerste biertje had flinke gevolgen, al wist Robert dat nog niet. "Ik had niet durven dromen dat het biertje zou leiden tot een leven waarbij ik als straatjunkie sigarettenpeuken bij de prullenbak van de grond zou rapen. Het was een leven in de goot."

 

Snel verslaafd
Robert zat in zijn tienerjaren aan de drugs. Eerst blowen op 17-jarige leeftijd. Op zijn 19de kwam de XTC. Robert werd uiteindelijk een 'kansloze straatjunkie'. Cocaïne vooral. "Ik begon de cocaïne ook uit te koken. En te basen, crack koken dus." Zo had hij die zondag ook flink gebruikt. "We zaten in de auto na een nachtje stappen in Antwerpen. Ik wist dat mijn maat nog cocaïne bij zich had. Ik voelde mezelf nuchter worden en zei tegen mijn maat, geef me eens een snuif." 

Toen Robert de drugs niet kreeg, flipte hij en stapte hij boos uit de auto. "Ik dacht, ik loop wel even terug naar Eindhoven. Ik stond er niet bij stil dat ik in Gilze-Rijen was. Zo buiten de realiteit was ik. Half Nederland kwam voorbij op weg naar opa en oma en ik liep daar als een randdebiel, schreeuwend over de vluchtstrook. Toen de politiewagens kwamen, dacht ik, dat is vast voor mij. Politie en junks, dat is geen goed huwelijk."

 

 

 

Menselijk contact
Robert kalmeerde uiteindelijk in de cel. Maar de psychiater vergeet hij niet snel. "Een man met een enorme baard met geitenwollen sokken in slippers, die geen connectie kon maken." Robert kreeg een zogenoemde IBS-beoordeling. "Gekeken werd of ik wel toerekeningsvatbaar was of een gevaar voor mezelf en anderen. Ik dacht, ja, vriend, jou leid ik wel om de tuin. En dat lukte ook."

Robert verdween uit het politiebureau, terwijl zijn ouders bij de receptie zaten te wachten. "Wat je nodig hebt, is menselijk contact. Als ik zelf een jongere ga helpen, vraag ik me af, hoe kan ik het beste contact maken? Wat ga ik zeggen? Ik hou zelfs rekening met hoe ik me kleed. Had die psychiater me een klein beetje proberen te verleiden met emotie in plaats van zijn protocollen uit te voeren, dan had hij mij gehad. Ja, ik was een straatjunk, maar ook een mens."

 

'Meer samenwerking'
Menselijk contact maken met iemand die verward is, staat ook centraal op het symposium in Vught, waar dinsdag alle hulpverleners bij elkaar waren om te praten. En de bedoeling is dat er nieuwe plannen komen voor de omgang met mensen die verward zijn. Meer samenwerking is volgens projectleider Jeroen Koffijberg het devies. "Bijvoorbeeld de politie met de GGZ. Of de huisartsenpost erbij betrekken. Je weet samen veel meer van een cliënt."

Inmiddels zijn in de regio Oost-Brabant nieuwe onderzoeksruimten geopend voor verwarde mensen. Die had de GGZ nog onvoldoende. "Dat is een enorme stap voorwaarts", zegt Jeroen Koffijberg. 

 

 

 

Speciale ambulances en een hulpkaart
Ook zijn er nu dertien speciale ambulances voor verwarde mensen, die binnenkort operationeel zijn. "De mensen worden daar op de juiste manier bejegend. Het is nu eenmaal niet het vak van een politieagent om psychiatrische patiënten te behandelen. De ambulancemedewerkers zijn speciaal getraind om dat menselijk contact mogelijk te maken 

Ook kunnen cliënten een hulpkaart bij zich gaan dragen. "Cliënten weten vaak heel goed wat ze overkomt en hoe ze geholpen kunnen worden", zegt Koffijberg. Ook een belangrijke maatregel is een nieuw telefoonnummer, waar iedereen die met een verward persoon te maken heeft, mee kan bellen. 

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.