'Heb een traantje gelaten', militair Jannes mist winst carnavalsoptocht vanwege missie in Litouwen

8 maart 2019 om 12:07
nl
Van de Brabantse bodem naar de Litouwse modder. 250 militairen van de kazerne in Oirschot vertrokken halverwege januari voor een half jaar naar Rukla. Daar helpen ze Litouwen zich te beschermen tegen een eventuele aanval van de Russen. Maar helaas voor al die Brabanders was het tijdstip van vertrek niet ideaal. “Ja, dat is echt niet leuk. Ik heb carnaval moeten missen”, zegt militair Jannes uit Waspik.
Profielfoto van Birgit Verhoeven
Geschreven door
Birgit Verhoeven

En dat was nog niet alles. “Mijn carnavalsvereniging is voor het eerst eerste geworden bij de optocht”, zegt Jannes. “Dat heb ik jammer genoeg moeten missen. Ik heb meegeholpen om de wagen te bouwen maar ik moest eerder weg. Dat is zeker 'seunt'. Ik heb een traantje gelaten.”

Gelukkig kreeg hij van de winst nog wel iets mee. “Ik werd via een videotelefoontje op het podium in Waspik geroepen door mijn vriendin. Zij gaf haar telefoon door aan m’n maten. Zo kon ik er toch nog even van meegenieten. Dat gaan we volgend jaar inhalen en dan weer eerste worden”, besluit hij.

Ook zijn vriend miste carnaval
Jannes is niet de enige die er ontzettend van baalt. Ook zijn maat Bart miste carnaval voor het eerst in 23 jaar. “Dus dat deed wel heel erg zeer”, zegt hij. “Dat ga ik volgend jaar dubbel en dwars inhalen.”

De militairen zijn in Litouwen in NAVO-verband. Buiten dat hun aanwezigheid een signaal afgeeft aan Rusland, zijn ze er ook om veel te oefenen. Samen met Bart laat Jannes zien wat ze aan het doen zijn in Litouwen. Dat doen ze omdat er hoog bezoek is van minister van Defensie Ank Bijleveld en minister Wopke Hoekstra van Financiën. Ze laten een 'Alert oefening' zien.

“We hebben nu een tactisch gebied betrokken en we hebben onze voertuigen heimelijk opgesteld. Vanuit hier gaan we een verdere actie ontplooien”, legt Bart uit. 

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.