Binnensteden veranderen: steeds meer winkels maken plaats voor huizen

10 juli 2020 om 09:00 • Aangepast 16 juli 2020 om 14:34
nl
"Eindhoven en Den Bosch behoorden tot de Champions League van de binnensteden, maar vechten nu tegen degradatie." Volgens lector Cees-Jan Pen van Fontys zorgt de coronacrisis ervoor dat de binnensteden snel veranderen: minder winkels, meer huizen. Minder stenen en beton, meer groen. Dat is volgens hem de manier om leegstand en verpaupering tegen te gaan.
Profielfoto van Paul Post
Geschreven door
Paul Post

Pen wijst naar de plek in de Eindhovense binnenstad waar ooit warenhuis V&D stond. Nu zijn bouwvakkers bezig om het gebouw te veranderen in een aantrekkelijk complex, waar winkels, horeca en woningen gecombineerd worden. "Symbolisch voor de veranderingen die veel steden doormaken, of nog moeten gaan doormaken. Nieuwe ideeën op oude plekken. Dat is interessant en biedt kansen om nieuwe impulsen te geven. Maar daarvoor moet wel gekozen worden. Door gemeenten en door ondernemers", aldus de retail-deskundige.

Want veel winkeliers kunnen het nauwelijks meer bolwerken. Concurrentie met online bedrijven en torenhoge huurprijzen in het centrum van een stad zijn voor steeds meer ondernemers niet meer op te brengen. Dat betekent steeds meer leegstand en vraagt dus om een nieuwe invulling.

Versneld door coronacrisis
"Het is beter dat het winkelgebied compacter wordt, zodat er ruimte komt voor meer woningen en andere werkplekken. Dat zorgt voor een andere en meer eigentijdse dynamiek in een stad. Die gedachte leefde er al, maar de coronacrisis heeft dit versneld."

Met name Eindhoven en Den Bosch krijgen nu de hardste klappen. De ondernemers daar konden behalve op de eigen inwoners ook rekenen op veel klanten uit de regio en toeristen. Die laten de stad nou veelal links liggen. Het aantal bezoekers aan de binnenstad van Den Bosch was de afgelopen week ruim 50 procent minder dan een jaar daarvoor. Ook voor de coronacrisis was er al een afname.

Retaildeskundige Pen pleit daarom voor een nieuwe aanpak: "Eindhoven en Den Bosch zijn twee sterke steden die jarenlang goede economische statistieken hadden. Die moeten die slag kunnen en ook willen maken. Want het is maar de vraag of de drukte en het massa-bezoek weer helemaal terug komt."

Angst om naar de stad te komen
Monique de Kleijn van ondernemersvereniging Hartje Den Bosch herkent wel iets in deze woorden. "Je merkt nu een angst om naar de stad te komen. De regiobezoekers en de toeristen zijn we kwijt. Ik vraag me af of het ooit weer wordt zoals het was. Ook bij ondernemers zie je twijfel om aan een nieuw winkelavontuur te beginnen. De verandering heeft zich bij ons ook al ingezet. De aanloopstraten naar het centrum zijn al steeds meer veranderd van winkelstraten naar woonstraten."

Ze vervolgt: "Ik zie ook dat er veel lege panden zijn en ik vraag me af of ondernemers daar willen instappen. Die veranderingen zijn nodig. Maar daar moet wel een visie op komen, want daar ontbreekt het nu nog wel aan."

Binnenstad bijzonder houden
Robert Brouwer van ijssalon Tum-Tum in Den Bosch beaamt dit. Hij wil niet bij de pakken neerzitten, ook al werken de coronacrisis en het regenachtige weer niet bepaald mee aan de verkoop van veel ijsjes.

"We moeten de binnenstad bijzonder houden, maar dat gebeurt niet vanzelf. We moeten winkels en plekken hebben die je niet ergens anders ook kan vinden. Wij proberen dat met deze ijssalon, waar je niet alleen een ijsje koopt, maar ook in een bijzondere ambiance terechtkomt. Mensen weten de stad nog steeds te vinden, maar er wordt meer creativiteit en durf van de ondernemer geëist. Anders kun je het vergeten. De ouderwetse winkel maakt plaats voor vernieuwingen. Want de binnenstad moet wel uniek blijven en waard om te bezoeken. Zeker die van Den Bosch."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.