Hete zomers zijn slecht nieuws voor de kievit: veel dode kuikens gevonden

20 oktober 2020 om 11:00 • Aangepast 27 oktober 2020 om 14:19
nl
Het voorjaar is telkens weer een drukke tijd voor Piet Peijs uit Reusel-De Mierden. Met een groep vrijwilligers verplaatst Peijs dan voorzichtig kievietsnesten om de eieren te redden van de ploeg. Ondanks zijn inzet telt Brabant steeds minder kieviten. En de droge zomers van de afgelopen jaren maken het er niet beter op.
Profielfoto van Peter Pim Windhorst
Geschreven door
Peter Pim Windhorst

Drie droge zomers op een rij laten hun sporen na in de natuur. In een serie van vier verhalen onderzoekt Omroep Brabant wat dat betekent voor 'onze' dieren. Natuurmonumenten sloeg onlangs alarm. De schade aan de natuur door de klimaatverandering is onherstelbaar. Moet Brabant straks verder zonder de grote bronlibel, zonder kieviten en zonder gentiaanblauwtje? Om er maar drie te noemen...

"Veel eieren met niet uitgekomen kuikens"

Jochem Sloothaak is de weidevogelkenner van Brabants Landschap. Hij vertelt dat het aantal weidevogels elk jaar met ongeveer vijf procent terugloopt. "En dat al jarenlang". De schade door de droogte van de afgelopen jaren komt daar boven op.

Sloothaak: “Dit jaar hebben we heel veel eieren gevonden met niet uitgekomen kuikens. Die hebben dan niet eens de energie om de eierschaal open te bikken. En als dat wel lukt, vinden ze door de droogte nauwelijks insecten. We hebben dit jaar voor het eerst massaal dode kuikens gevonden.”

Peijs: "Door de droogte is de bodem keihard. En door de droogte zijn er ook nog eens veel minder insecten."

"De kuikens kunnen niet meer ontsnappen."

De kievit deed het al slecht voor de droogte. Sloothaak wijt dat voor een groot deel aan de schaalvergroting in de landbouw. De kievit heeft een voorkeur voor vlak land waar-ie tegenstanders van verre aan ziet komen. In Nederland nestelt de kievit dus vaak op akkers. Ondanks vrijwilligerswerk als dat van Peijs komen veel kievitkuikens om tussen de scharen van de ploeg. Sloothaak: "De machines worden steeds groter, de kuikens kunnen niet meer ontsnappen."

De door Peijs opgerichte weidevogelvereniging rukt elk jaar met 25 vrijwilligers uit om op de akkers van tachtig boeren nesten te redden . “Toen we begonnen, moesten we bij iedere boer praten als brugman. Tegenwoordig zeggen ze ‘kom maar’. Ze zijn heel meegaand."

Toch ziet Peijs ook op 'zijn' akkers een snelle achteruitgang van het aantal kieviten. "Vijftien jaar geleden haalden we nog wel eens de driehonderd nesten. Als we nu de honderd halen, zijn we al tevreden. Er zijn steeds minder insecten. De bodem van de akkers verslechtert, er zitten minder wormen in.

"Ik heb er hoe langer hoe meer plezier in gekregen."

Kieviten zijn in Nederland beschermd. Er wordt ook geld aan uitgegeven. Zo krijgt Arjens Boom uit Babyloniënbroek een vergoeding, omdat hij elk jaar elf hectare van zijn land onder water zet. Toen Boom in een conflict belandde over de uitbreiding van zijn melkveebedrijf met 110 koeien besloot hij de zaken anders aan te pakken en zijn inkomsten voor een deel te halen uit ecologisch beheer. "Een topper," noemt Sloothaak hem.

Trots stuurt Boom via whatsapp foto's van alle vogels die op zijn vochtige land afkomen. "De groenpootruiter, patrijzen, grutto, pleviertjes, wulpen, kieviten, lepelaars. Ik ga geen uren in het veld zitten kijken, maar ik heb er wel hoe langer hoe meer plezier in gekregen."

Jochem Sloothaak loopt door het Vughts Gement. Een gebied dat is ingericht voor weidevogels. De waterstand is verhoogd, er wordt gemaaid na het broedseizoen en grazende koeien zorgen voor ruigte in het grasland.

"Dit was een van de echte weidevogelgebieden in de provincie," zegt Sloothaak. "Maar ook hier gaat het snel achteruit. Eigenlijk zijn er in Brabant geen grote gebieden meer met veel weidevogels. Naar schatting zijn van de kievit in heel de provincie nog zo'n 16.000 broedparen."

"Het grootste deel is negatief."

Met zijn verrekijker kijkt hij nog even rond. "Hier en daar gebeuren nog dingen waar je vrolijk van wordt maar het grootste deel is negatief. De boerenbedrijven worden steeds groter, daar is zelden nog maar ruimte voor nestbescherming. Maar ook, veel boeren staan onder druk. Vaak kunnen ze nog maar net het hoofd boven water houden. Als je dan aankomt met een leuk project voor weidevogelbescherming levert dat zelden wat op."

Peijs: "Na de Tweede Wereldoorlog wilden we zo veel mogelijk voedsel produceren. Daar is alles nog steeds op afgestemd. Maar we hebben toch al lang geen honger meer...?"

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.