Marja stopt na 50 jaar met voetballen: van knollenveld naar hoofdklasse
Haar jeugd herinnert ze zich niet anders dan spelend op het voetbalveld van de Herptse Boys. Bij haar thuis in de straat, een doodlopend weggetje in het kleine Herpt, vlakbij Heusden. Alle jongens kwamen langs met een voetbal onder de arm, Marja en haar zus Chrisly haakten aan. “We waren toen een jaar of zes, al snel speelden we met de jongens mee. Na een jaar of drie zei de trainer dat hij ons best wilden trainen als we meer meisjes konden vinden.”
"We moesten bewijzen dat we meisjes waren, ik was bang dat ik m’n broek uit moest trekken.”
Zo gezegd, zo gedaan. De zusjes gingen alle deuren af in Herpt met de vraag of meisjes wilden aansluiten in hun team. Zo werden ze grondleggers van de Herptse Girls, wat later tot een succesvol dameselftal zou leiden.
Op een voetbaltoernooi voor meisjes geloofde de tegenstander niet dat de twee zussen met hun korte koppies, meisjes waren. “We wonnen en de tegenstander riep dat het niet eerlijk was, ‘omdat er jongens meededen’. Dat waren wij. We moesten bewijzen dat we meisjes waren, ik was bang dat ik m’n broek uit moest trekken.”
Herpt, met zo’n zevenhonderd inwoners, beschikte niet over een groots voetbalterrein. “We hadden weinig te bieden, de tegenstander noemde het veld een weiland en onze kleedkamer een varkenshok. We lieten ze zien waar het om ging, en dan waren ze meestal wel stil.”
"Ik weet nog goed dat we in Groningen speelden en dopingcontrole kregen."
Later fuseerde Herpt met Heusden, Marja speelde vervolgens nog bij VV Haarsteeg, VV Baardwijk, zaalvoetbal in Veldhoven en bij HFC. “De laatste jaren heb ik bij RKDVC in Drunen gespeeld, lekker dicht bij huis, net als vroeger. We hebben in alle klassen mogen spelen, met als hoogst haalbare de Hoofdklasse. Ik weet nog goed dat we in Groningen speelden en dopingcontrole kregen, moesten we in een potje plassen.”
Nog nooit miste Marja een training, maar afgelopen donderdag viel ze op de bank in slaap. Precies op de dag dat haar team haar wilde verrassen. “Ik wilde voor het eerst niet gaan. M’n lijf voelde zwaar en het regende dat het goot. Ik voetbal samen met m'n dochter en ze bleef maar aandringen. Vooruit, ik ga wel mee."
Bij aankomst op de voetbalclub werd ze verrast door teamgenoten en oud-teamgenoten. Met z'n allen speelden ze afscheidswedstrijd. Er volgden lovende woorden en de nodige tranen. Ze is er nog van onder de indruk. “Echt zó super. Ik heb vannacht amper geslapen van de adrenaline. Een avond om nooit te vergeten.”
"Het is nog zó'n leuk spelletje."
Nu is echt het moment dat ze stopt. Al heeft ze lang getwijfeld. “Het is nog zo’n leuk spelletje en we waren altijd zó fanatiek. Voetbal is een deel van m'n leven. Maar het gaat wat moeizamer. De snelheid van handelen met de bal is trager. Na vijftig jaar is dit een goed moment om te stoppen. En de moet is er nu af, dat is fijn.”
Ze blijft wel aangesloten bij het dameselftal als assistent-trainer, ze traint ook nog mee. “En ik hoorde dat een rustend lid nog vijf wedstrijden per jaar mag spelen. Dus als het nodig is...”