In deze studio nemen ze muziek op zoals in de jaren '50 en '60
Achter zijn huis in Heeswijk-Dinther in de schuur is zijn studio. Het is een beetje passen en meten. Het duo Richville komt een paar nummers opnemen. Tussen de drummer en de gitarist is Bird aan het schuiven met een microfoon. “Ik neem altijd op met één of twee microfoons. En dan komt het heel precies waar je die neer zet. Zo deden ze dat vroeger ook. Ik hou van die oude microfoons. Die geven een mooi natuurlijk geluid.”
Het belangrijkste in de studio van Bird is zijn mengpaneel. Een console uit de jaren zestig. “Deze komt uit Los Angeles uit een radiostudio. Het is allemaal met buizen en dat geeft een warm geluid”, vertelt Bird. Dat geluid gaat ook nog eens langs oude versterkers om uiteindelijk opgenomen te worden op een bandrecorder. Dat geluid komt dan uiteindelijk toch in een moderne computer. "Ja, ergens moet het weer digitaal worden."
"Dit is de muziek van vóór de jaren zestig."
“Ik probeer op te nemen zoals in de jaren zestig. Ik zoek specifiek naar die sound”, vertelt Bird. “Ik kijk dan bijvoorbeeld naar oude foto’s. En ik wil dan precies de apparatuur hebben die zij ook gebruikte.” Bird wijst naar een oude versterker. “Zo’n zelfde gebruikten ze ook bij Motown of bij Sun Records.
Het is vooral roots muziek dat wordt opgenomen in zijn studio. En die muziek maakt het duo Richville. “Dat is de muziek van vóór 1960. Oude blues of oude soul.”, legt gitarist Richard van Bergen uit.
Als je een foutje maakt moet alles opnieuw.
“Het zijn de muzikanten die vooral goed moeten spelen”, zegt Bird. “Dat is tachtig procent van het geluid. Ik zorg ervoor dat het zo mooi mogelijk wordt opgenomen.” En dat maakt het ook moeilijker. Want alles wordt in één keer opgenomen. “Alsof het in één keer live is”, zegt Bird.
“Dus je kan geen foutjes overdoen”, vult Richard aan. “Als je fouten maakt, moet je het hele nummer opnieuw doen. Maar het geluid is veel mooier. Het is vervormder, warmer en organisch. Dat hoor je op moderne opnamen niet.”