Brabantse vissers hebben last van verdwenen ansjovis in Oosterschelde
Tot 2019 ving de familie Van Dort jaarlijks zo'n achtduizend kilo ansjovis in de fuiken. "Maar die tijd ligt dus achter ons. Dit jaar staat de teller op nog geen kilo. Dat is triest en zorgelijk", zegt Rian van Dort tegen Omroep Zeeland. "In het najaar zijn ze toen gestart met de bouw van een windmolenpark bij Borssele. Er werden palen in de grond gestampt en een stroomkabel aangelegd. We denken dat de ansjovis daar niet overheen durft te zwemmen, vanwege een bepaalde straling die ze opvangen."
Zoutgehalte omhoog
Ecoloog Joey Volwater heeft een andere verklaring. Hij deed onderzoek naar de verdwijning van de ansjovis en volgens hem is die te wijten aan de komst van de Oosterscheldekering. De samenstelling van het water in de Oosterschelde veranderde daardoor.
De Oosterschelde was vroeger een estuarium, een verbrede monding van een rivier waar zoet rivierwater en zout zeewater vermengd worden, en is nu een zeearm. "Dat heeft ervoor gezorgd dat het zoutgehalte hoger is. Daarnaast is in de loop der jaren ook de watertemperatuur gestegen. Ook zit er niet genoeg voeding meer in het water."
Niet van plan te stoppen
Van Dort is niet van plan om te stoppen. Maar ze twijfelt wel of doorgaan slim is. "We verdienen op dit moment niets met de verkoop van ansjovis, maar alle kosten lopen gewoon door. We moeten de pacht betalen, liggeld, benzine, verzekeringen, noem maar op. Gelukkig kunnen we ons hoofd nog boven water houden, omdat we een spaarpotje hebben. Maar dat slinkt momenteel snel."
LEES OOK: Waar zijn de ansjovissen gebleven? 'De vangst was nog nooit zo slecht'