Tim herinnert zich niets meer na mishandeling: 'Wil weten wat er gebeurde'
Het was het laatste weekend van oktober. In de nacht van zaterdag op zondag zat Tim in de vroege ochtend om vier uur bij uitgaansstraat Stratumseind in Eindhoven op een bankje. Alleen, want zijn vrienden moesten een andere kant op. “Ik wilde een Uber bestellen. Ik ga daar altijd op het bankje bij de kerk zitten, totdat de Uber komt.”
Tim zag vier jongens en twee meisjes. “Een meisje werd door een van die jongens geduwd. Ze wilde terug naar de jongen omdat ze geduwd werd.” Tim stond op en liep ernaartoe. “Ik zei er iets van. Het was gericht aan het meisje, niet aan de jongen. En vanaf dat moment is het helemaal zwart.”
"Het eerste wat ik weet is dat ze mij daar door een scan duwen."
Tim lag bewusteloos op de grond. “Twee meiden hebben mij gevonden en die hebben de politie gebeld. Ik ben door een ambulance opgehaald en naar het ziekenhuis gebracht. Het eerste wat ik me herinner is dat ik daar door een scan werd geduwd.”
In het ziekenhuis was er behoorlijk wat werk voor nodig om Tim op te lappen. “In heel mijn gezicht had ik wondjes. Ook boven en achter op mijn hoofd. Twaalf hechtingen in mijn gezicht. Ook zijn er gedeeltes gelijmd. ”
Maar wat er precies is gebeurd, daarvan heeft hij geen idee. Al probeert hij het aan de hand van zijn verwondingen te reconstrueren. “Aan mijn verwondingen lijkt het dat ik van achteren ben neergeslagen. En dat ze een paar keer tegen mijn hoofd hebben aangetrapt. Daardoor zijn de spieren in mijn nek waarschijnlijk opgerekt geweest. Daar heb ik heel veel last van gehad.”
"Ik hoop dat iemand iets gezien heeft."
Later heeft Tim aangifte gedaan. De politie laat weten dat er een zware mishandeling heeft plaatsgevonden, maar dat er weinig aanknopingspunten voor een opsporingsonderzoek zijn. “Er zijn geen getuigen en geen camerabeelden. Helemaal niets. Ik weet niet wie het is. Ik weet niet wie mij aangevallen heeft. Ik heb niemand voor mij zien staan. Ik heb ook nooit voor die jongen gestaan.”
Nog vijf hechtingen moeten er verwijderd worden. “Ik hoop dat iemand iets gezien heeft. Ik wil weten hoe het is gebeurd.”
Uitgaan blijft hij gewoon doen. “Ik had een goede stapavond gehad, maar dit keer is het niet goed afgelopen. Het scheelt dat ik niet weet wat er gebeurd is. Ik heb niet echt iets wat mij tegenhoudt. Ik ben er best nuchter onder. Dat komt denk ik omdat ik niets herinner.”
In het ziekenhuis maakte Tim ook een foto van zichzelf. Toen zag hij er nog ernstiger uit: