Voetballer Robin wordt altijd met ‘homo’ aangesproken, ook door trainers

21 mei om 21:27 • Aangepast 31 mei om 02:07
nl
Flikker, pootje of nicht. Scheldwoorden die twee Brabantse amateurvoetballers regelmatig naar hun hoofd geslingerd krijgen op het voetbalveld. Ze komen er al enkele jaren openlijk voor uit homo te zijn. Dat levert nergens problemen op, behalve op de amateurvoetbalvelden. Daar voeren zij iedere zondagmiddag een tweestrijd tussen angst en zelfrespect. “Mentaal heel zwaar.”
Profielfoto van Mees van Roosmalen
Geschreven door

Iedere vrijdag opnieuw kijken voetballers Bart* (19) en Robin* (21), uit de omgeving van Eindhoven, op tegen de zondag. Ze slapen beiden erg slecht door verschillende incidenten die hen zijn overkomen. “Waarom kunnen mensen ons niet gewoon accepteren?”, vragen ze zich af.

In de afgelopen jaren is er veel te doen geweest rond homoseksualiteit in het voetbal. Zo kwamen voetballers Daniels, Cavallo en Jankto als eerste mannelijke profvoetballers uit de kast. Ze kregen veel steun van clubs, bonden en ook op sociale media. Maar het is niet alleen hosanna. Het woord homo is nog steeds een zeer populair ‘scheldwoord’ onder fans.

“Waar ligt mijn nagellak”, roept Bart vanuit het trappengat richting zijn moeder. Hij en zijn teamgenoten moeten over twintig minuten verzamelen voor een wedstrijd. Hij smeert zijn laatste nagel in met zwarte lak en snelt zich naar zijn fiets. “Dan maar geen mascara”, lacht hij.

Karin Blankenstein, oprichtster van de John Blankenstein Foundation, hoort de anekdote over Bart met een grote glimlach aan. “Make-up op het voetbalveld? Natuurlijk moet dat kunnen.” Met haar foundation wil Blankenstein de acceptatie van de LHBTI-community in de sport bespreekbaar maken. Ze gaat samen met haar collega’s langs bij sportclubs, bonden en scholen om met de jeugd en jongvolwassenen te praten over dit taboe.

"Hoe willen ze me dit keer weer naar beneden halen?"

Ook Robin speelt deze zelfde zondag een belangrijke derbywedstrijd. “Als wij winnen, komen we in punten gelijk met de koploper. Een belangrijke pot.” Maar de uitslag zal hem stiekem worst zijn. Al dagen kijkt hij op tegen deze partij. “Het is een felle en ‘mannelijke’ ploeg. In de uitwedstrijd waren de supporters ook al niet gediend van mijn voorkomen. En nu zit ik al het hele weekend te malen over die ene vraag: hoe willen ze me dit keer weer naar beneden halen?”

Het is voor beide mannen wekelijks raak. "Ik word standaard met ‘homo’ aangesproken op de club”, zegt Robin. “Niet alleen door teamgenoten, maar ook door de trainers. Dit wordt overgenomen door tegenstanders, waardoor de hele competitie het nu op mij gemunt heeft.” Ook Bart wordt iedere zondag uitgescholden om zijn geaardheid. “Van ‘kankerhomo’ tot ‘pisnicht’, alle clichés komen voorbij. Het lijkt ook alsof tegenstanders mij ook fysiek moeten hebben tijdens een wedstrijd. Zo van: ‘Die homo pak ik wel even aan’.”

Het gaat zelfs zo ver dat Bart en Robin in het verleden al meerdere keren werden bedreigd. “Verschillende tegenstanders hebben mij in de catacomben en kantine opgewacht om mij even duidelijk te maken dat ik niet in de sport thuishoor”, vertelt Bart. Bij hem bleef het bij een bedreiging, iets dat Robin helaas niet kan zeggen. Hij werd na een woensdagavondwedstrijd in Aalst opgewacht door de tegenstander. “Ze hebben mij een zijstraat ingeduwd en vervolgens bont en blauw geslagen.”

Blankenstein herkent dit ‘haantjesgedrag’ in het voetbal maar al te goed. “Het is een echte machosport”, vertelt ze met een cynische ondertoon. “Mannen willen altijd laten zien wie de sterkste is. Door iemand uit te schelden, of te pakken op zijn zwakte, haal je diegene uit zijn spel. Dit gedrag is een soort cultuur in het mannenvoetbal.”

"Een lokaal rolmodel kan het verschil maken."

Melding maken bij de clubs heeft tot nu toe nog niet tot succes geleid. Zowel Bart als Robin hebben hun problemen aangekaart bij het bestuur van hun club, maar tevergeefs. Ze hebben beiden het gevoel dat ze tegen een muur praten. Ook bij de KNVB en discriminatiebureau RADAR krijgen ze geen gehoor. In samenwerking met Omroep Brabant werd, via de speciaal daarvoor ontworpen discriminatie-app, melding gemaakt. De KNVB en RADAR laten weten geen meldingen te hebben ontvangen in hun systeem, vermoedelijk door een technische fout.

Ondanks het feit dat een reactie op de meldingen uitbleef, beweert de KNVB incidenten erg serieus te nemen. "Alle serieuze en volledige meldingen worden opgevolgd, of tuchtrechtelijk of doordat een KNVB-verenigingsadviseur contact opneemt met de vereniging", liet de bond schriftelijk weten.

Karin Blankenstein vindt dat we ons minder moeten focussen op het betaalde voetbal. “De homoseksuele voetballer als rolmodel? Die komt vanzelf wel. Je moet het doen voor de jongetjes die iedere zaterdag of zondag op het veld staan. De profvoetballerij is niet onbelangrijk en het scheelt als de bond laat zien dat ze met homofobie bezig is. Maar we moeten het doen voor het voetballertje in de buurt. Een lokaal rolmodel kan het verschil maken.”

*Bart en Robin zijn niet de echte namen van de twee voetballers. Hun echte namen zijn bij Omroep Brabant bekend. Om privacyredenen gebruiken we gefingeerde namen.

DIT VIND JE OOK INTERESSANT:

Robin en Bart deden melding van homodiscriminatie, de KNVB en RADAR deden niks

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!