Job reed 118 rondjes met 300 kilometer per uur en wint in Daytona
Job reed al zes keer eerder de wereldberoemde 24 uur van Le Mans in Frankrijk. Voor de derde keer stond hij aan de start in het Amerikaanse Daytona, dit keer op uitnodiging van een oud-ploeggenoot om als extra wapen voor de lange wedstrijd aan te sluiten in het team.
Hele hoge verwachtingen had hij vooraf niet, want de voorbereiding was niet briljant. “Ik ben denk ik nog nooit zo pessimistisch een grote race ingegaan. In de race was de auto wel wat beter, maar we waren absoluut niet de snelste auto.”
“Iedere ronde waren we duidelijk langzamer dan onze concurrenten. In de nacht viel het wel mee, maar overdag in de zon was de auto niet competitief. Alleen bij een 24 uurs race moet je je auto heel houden en op de baan blijven. Veel auto’s vielen uit en onze grootste concurrenten reden elkaar van de baan af.”
"De laatste minuten duurden ontzettend lang."
Na de crash van de nummers 1 en 2 nam Tower Motorsports de leiding over. “Toen zag je alle hoop tevoorschijn komen. We hoefden niet meer te tanken, maar we moesten wel brandstof sparen door bijvoorbeeld voor de bocht het gas meer los te laten. Onze slotrijder Sébastien Bourdais heeft dat supergoed gedaan. De laatste minuten duurden voor ons gevoel ontzettend lang. Dat we er met de winst vandoor gingen, is ongelofelijk.”
"Ik heb de hele race hooguit een uur geslapen."
Na afloop was Job, die als kind begon met karten, ontzettend blij en erg vermoeid. Niet gek na 118 rondes achter het stuur met snelheden tot wel ruim 300 kilometer per uur. “Er waren meerdere momenten dat we punten konden pakken en de eerste drie keer zat ik achter het stuur. Het was dus regelmatig instappen, uitstappen en weer instappen. Persoonlijk ging het racen naar tevredenheid. Rusten deed ik door op bed te liggen in onze camper. Maar ik heb de hele race hooguit een uur geslapen.”
Zijn winst in Daytona en de daarbij horende Rolex smaakt naar meer. “Heel veel rijders zouden deze prijs in zo’n grote race graag willen winnen. Mijn doel is om in de toekomst in de hypercar te rijden, nog één klasse hoger. Deze winst helpt daar hopelijk bij. Verder wil ik voor de zevende keer meedoen in Le Mans, waarbij we gaan proberen ook die race te winnen.”
Het racen en vrijwel dagelijks trainen combineert de Dongenaar met zijn werk in het familiebedrijf dat transportsystemen levert. “Mijn agenda stond vol, maar voor een race wordt alles opgeschoven. En aangezien ik nu toch hier ben, bezoek ik een aantal Amerikaanse klanten. Het werk gaat altijd door.”
LEES OOK: Rijden in wereldberoemde autorace voelt voor Job als 4 halve marathons.