Topdrukte in het luchtruim, voedsel vanuit Brabant naar hongerend Holland
Brabant is op dat moment al meer dan een half jaar bevrijd. Via de haven van Antwerpen zijn grote voedselvoorraden aangelegd. Het eten is ook voor vechtende troepen en voor krijgsgevangenen. Het voedsel wordt verspreid over depots in Oss en Den Bosch.
Beide plaatsen in onze provincie zijn het startpunt voor Operatie Faust. Over deze actie is minder bekend dan over de spectaculaire voedselvluchten. Faust wordt uitgevoerd door het Canadese leger: over de grond, via het spoor en over de rivieren.
Discussie
Over de voedselvoorraden is veel discussie. De geallieerden willen maar één ding: Duitsland verslaan. Ze laten bezet Holland letterlijk en figuurlijk links liggen bij hun opmars. De Canadezen die de klus hadden moeten klaren, vrezen grote verliezen en nog meer doden onder de Nederlandse bevolking en zijn dus terughoudend. Eerst Nazi-Duitsland verslaan is effectiever, vinden ze. Maar dat is tegen het zere been van de Nederlandse regering. Er zijn al maanden grote voedseltekorten.
De regering probeert nog eens, tevergeefs, de geallieerde machthebbers op andere gedachten te brengen. Maar lang gaat het militaire doel voor, daarna komt pas de humanitaire situatie. De Duitse bezetter wil lange tijd nergens aan meewerken. Tot eind april 1945. Dan verandert de situatie.
De humanitaire hulp is maandenlang voorbereid. Er is 30.000 ton aan voedsel. In de Veemarkthallen in Den Bosch ligt behalve voedsel ook een grote berg medische voorraden. In Oss is ook zeep, kleding, dekens en kookgerei opgeslagen. Ook kazerneterreinen in Grave en Tilburg staan stampvol.
De Britse leiding huurt Brabantse arbeiders in om te sjouwen en te laden. De hulp is hard nodig want het gaat om grote partijen hulpgoederen. De mannen werken hard door om de enorme konvooien mogelijk te maken.
Rond het middaguur staan de vrachtwagens klaar. Om half vijf die middag meldt het geallieerde opperbevel: 'All vehicles loaded' (alle voertuigen beladen) .
De hulpkonvooien kunnen de daaropvolgende ochtend gaan rijden.
Vuurgevechten
Het staakt-het-vuren is al een tijd van kracht, maar beide partijen schieten nog steeds op elkaar. Ten noorden van Den Bosch klinkt nog Duits mortiervuur, mogelijk vanuit Hedel. De Nederlandse troepen schieten terug. Ook een Britse eenheid bij Waalwijk meldt Duits machinegeweervuur vanaf de noordoever van de Maas.
Groot nieuws op de radio
Die avond is er groot en schokkend nieuws op de radio. Hitler is dood. Zo meldt Radio Hamburg. De eerste kranten in Nederland nemen het nieuws over. ‘De man die niet alleen zijn volk maar de geheele wereld in weergalooze ellende heeft gestort, is niet meer’, schrijft het Dagblad voor Oost-Brabant, editie Tilburg op 2 mei. Alle kranten staan er vol mee. De opluchting is groot en de hoop groeit op een spoedig einde aan alle ellende. Maar Duitse overgave zit er nog niet in.
Nu Hitler dood is, komt de macht in handen van admiraal Karl Dönitz. Hij regeert vanuit de stad Flensburg. ‘Om de strijd tegen het bolsjewisme voort te zetten’. De admiraal eist absolute gehoorzaamheid van de Duitse troepen om te blijven strijden tegen de Engelsen en Amerikanen.
In de avonduren krijgen de geallieerde troepen langs de frontlijn in Brabant een nieuw bevel: ‘No firing’. 'Staak te vuren dus'. Dat staat in de logboeken van de eenheden langs Hollands Diep, Maas en andere rivieren. Ook de Prinses Irene Brigade ontvangt dezelfde order: staakt het vuren.
Maar er zijn uitzonderingen: op Duitse troepen die de rivieren oversteken en bevrijd gebied binnendringen, mag wel worden geschoten. Terugschieten mag uit zelfverdediging. En zo wordt de stilte aan het Maasfront nog dagen, en vooral nachten, toch nog onderbroken door geweersalvo’s.
Het grootste deel van Noord-Brabant is in de herfst van 1944 bevrijd. Behalve Het Land van Heusden en Altena. Dat kreeg pas in mei 1945 de vrijheid terug. Dagelijks lees je in deze serie over de gebeurtenissen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in Europa.