Meer dan een opa, Tinus was de ziel van de Tilburgse volksbuurt
Dit verhaal gaat over de liefde van Kevin (38) voor zijn opa Tinus. Iedere dag, vanaf het moment dat hij was geboren, nam zijn moeder hem in de kinderwagen mee naar opa en oma. "We waren er kind aan huis, net zoals de rest van de familie. En dat is zo gebleven totdat mijn opa overleed", vertelt hij.
"Die snor, die moest altijd goed zitten", lacht Kevin. "Dat was het eerste wat hij deed als hij 's morgens wakker werd, zijn snor netjes in de plooi kammen. En dat kwam heel precies, hoor."
Tinus ging als venter langs de deuren om oud ijzer op te halen. Hij hield ervan om in vrijheid te werken, lekker voor zichzelf. "Mensen belden hem dan op en zeiden, 'Hee Tinus, ik heb hier wat varkensroosters liggen'. Met zijn aanhanger haalde hij het handeltje op, maar niet zonder eerst stevig te onderhandelen over de prijs. Hij hoorde de centen in gedachten al rinkelen en won de discussie altijd", aldus Kevin. "Dan flikte hij het om een hoop ijzer voor bijvoorbeeld 100 gulden te kopen, om er dan vervolgens het dubbele voor te krijgen."
Oma Trien was van oorsprong een woonwagenbewoonster. Harmonie en samenzijn zaten bij haar in de genen. "De deur stond altijd open voor een bakkie koffie, een snoepje of kippensoep. Tussen de middag kwamen alle kleinkinderen een boterham eten. De één wilde achterham, de ander smeerleverworst, de derde zult. Alles werd in huis gehaald."
Ook op zondag was het zoete inval. "Dan kookte ze voor ruim dertig man, die allemaal aanschoven in hun huisje. Aardappels met vlees of een stapel pannenkoeken die bijna tot het plafond reikte, het kon niet op."
"Iedere dag zette hij twintig liter koffie voor iedereen."
De familie had het niet breed, er was veel armoede. Tinus hield er daarom nog een andere bezigheid op na: hij smokkelde handelswaar over de grens met België. "Bepakt en bezakt met tapijten, boter en wild sloop hij stiekem door de bossen om het spul te verkopen. Hij kreeg er een paar luttele centen voor, maar zo zorgde hij dat er brood op de plank kwam voor zijn gezin met zes kinderen. Mijn andere opa was, ongelofelijk maar waar, douanier en bewaakte de grens. Dat leidde altijd tot hilarische gesprekken als ze samen aan tafel zaten."
Trien overleed ruim twintig jaar geleden, in augustus 2002. Bijna 55 jaar waren ze samen. Tinus bleef gebroken achter. "Zij was zijn eerste, laatste en enige liefde", zegt Kevin. "Hij is altijd alleen gebleven."
Met een vrouw die altijd achter het fornuis stond, was koken een opgave voor de weduwnaar. "Mijn opa kon nog geen ei bakken, die kwam er zwarter uit dan de pan die op het vuur stond. Vanaf dat moment nodigden mijn moeder en tantes hem uit om te komen eten. En de familie bleef trouw bij hem langs gaan. Iedere dag ging er twintig liter koffie doorheen, en hij wist precies wie er melk in wilde en wie een suikerklontje."
Tinus bezocht trouw het graf van zijn vrouw, en Kevin ging vaak mee. "Na het venten reed hij er langs en dan stond zijn aanhanger pontificaal voor de ingang van het kerkhof", lacht hij. "Mijn opa hield zich kranig, maar eenmaal daar kwamen de tranen."
"Ik wilde ze nooit verliezen, deze twee bijzondere mensen, maar het is toch gebeurd", vertelt Kevin emotioneel. Tinus kreeg buikvlieskanker en werd steeds zieker. "Ik zei tegen hem, niet opgeven, opa, wij kunnen niet zonder jou. Maar er was niks meer aan te doen", zegt hij met tranen in de ogen.
Tien jaar na Trien overleed ook Tinus. Ze liggen samen op het kerkhof in Tilburg. Het is een mooi plekje, met een marmeren grafsteen die Tinus zelf uitkoos toen zijn vrouw stierf. 'Dit is het laatste wat ik kan doen voor ons Trieneke', zei hij destijds. Het graf is omringd door zes engelen, ze symboliseren de kinderen van het stel.
Jarenlang ging Kevin twee keer per dag naar de laatste rustplaats. "Uit respect, want ze zijn altijd goed voor mij geweest." En hij koos voor een tatoeage van zijn opa op zijn kuit, die hem herinnert aan de bijzondere band die ze samen hadden. "Ik heb hem laten zetten toen ik in Turkije met vakantie was. Daar was een tattoo-artist die ik het toevertrouwde. Een portret, dat moet goed zijn en spreken. En dat is gelukt."
"Viereneenhalf uur heb ik daar op de bank gelegen. Iedereen was laaiend enthousiast, mijn moeder barstte in tranen uit toen ze het zag. De grote neus, het moedervlekje op zijn gezicht, die markante snor, het klopt precies."