Oorlogsslachtoffer na bevrijding: Henk (14) trapte in een val en overleed
Mensen die op bezoek kwamen, zagen Henks moeder altijd met zijn bidprentje in haar handen zitten. En als er vreemden over de vloer kwamen, vertelde ze hen zijn verhaal. “Het was heel belangrijk voor haar en haar familie”, zegt Jan van Gemert. Via zijn schoonzus, die oom moest zeggen tegen Henk, hoorde hij het tragische familieverhaal en hij besloot het op te schrijven.
“Henk wilde de wereld in.”
Als Spoordonk en Tilburg worden bevrijd in 1944 is Henk 14 jaar oud. Hij is de oudste zoon in een gezin met acht kinderen. Een rustige jongen, maar ook leergierig. Hij leest veel. Henk zit in het eerste jaar van het seminarie, de priesteropleiding, in Boxtel. Zijn ouders hebben onderduikers in huis en met één van hen raakt hij bevriend: Wim van Harssel. “Henk wilde de wereld in”, legt Jan uit. “Dus hij ging veel om met Wim, die een jaar of zes ouder was, begin twintig. Een stadse jongen die waarschijnlijk in het verzet zat, in de illegaliteit.”
Tijdens een razzia wordt Wim bijna ontdekt. "Dat was heel spannend. Er waren verschillende boerderijen in de buurt en bij de buren, de familie Frank, hebben ze twee onderduikers gevonden. Die werden afgevoerd en hebben het niet overleefd." Hoewel Henks vader nog op het politiebureau wordt ondervraagd, wordt hun onderduiker niet gevonden. "Maar meteen na de razzia werd Wim overgeplaatst naar een ander adres. Dus van de ene op de andere dag was Henks vriend weg."
Korte tijd later, eind oktober 1944, zijn Spoordonk en Tilburg bevrijd. Wim duikt op en hij nodigt Henk uit om naar Tilburg te komen. Jan: “Je kunt je voorstellen dat zijn ouders dat niet zo’n prettig idee vonden. Maar ze gaven hem toestemming om drie dagen te gaan.”
Op de derde dag stelt Wim voor om samen de toren te gaan beklimmen van de Heuvelse kerk. “Om te kijken naar de vreugdevuren die dan op het Heuvelplein zijn aangestoken. De Engelsen hadden de toren vrijgegeven. Met z’n vieren liepen ze achter elkaar naar boven. Daar was een boobytrap: een verborgen landmijn, een valstrik van de Duitsers. Henk was in één klap dood.”
“De oorlog was voor hen nooit afgelopen.”
Van de pastoor hoort Henks vader het tragische nieuws, in de stal van zijn boerderij. Zijn moeder is op dat moment net bevallen van een dochter: Wilhelmina. “De oorlog was voor hen nooit afgelopen. Maar toch hebben ze het op een bepaalde manier een plek gegeven.”
In het boekje ‘Kom, we gaan naar boven…’ schreef Jan de vergeten geschiedenis van Henk op. En hij maakte er met een groep jonge theaterstudenten een voorstelling over. Over een oorlogsslachtoffer na de bevrijding. “Officieel mag je het niet zo noemen, zeggen organisaties voor eregraven. Maar Ik zie Henk wel als oorlogsslachtoffer. Want als de oorlog er niet was geweest, had hij nog geleefd.”
De voorstelling die Jan maakte over Henk Erven is maandag te zien in Boxtel en woensdag in Spoordonk. Meer informatie vind je hier.