Zijn as in haar tatoeage, hoe Lieke haar broer nooit loslaat
"Tom was mijn beste maatje, we waren twee handen op één buik", vertelt de 29-jarige Lieke Adriaansen uit Zundert. "We scheelden vier jaar en gingen vaak samen stappen in Café D'n Bels, met een hele vriendengroep. Hij vond dat te gek, samen met zijn zusje de kroeg in."
Tom had vanaf zijn geboorte een hartafwijking. Hij onderging verschillende operaties en lag langere periodes in het ziekenhuis. "We wisten wel dat Tom waarschijnlijk niet oud zou worden, maar het was niet zo dat we daar voortdurend bij stilstonden", zegt Lieke. "Doemdenken en zelfmedelijden, zo zaten we niet in elkaar."
"Toen hij baby was, stonden mijn ouders voor de keuze. Of we laten hem opgroeien als een teer kasplantje, waarbij hij altijd moest opletten en uitkijken vanwege zijn hart. Of we laten hem léven en zoveel mogelijk genieten. Ze kozen voor dat laatste. 'Leef bij de dag', zeiden ze."
Zo wilde Tom graag op voetbal, maar hij mocht absoluut niet koppen vanwege de bloedverdunners die hij gebruikte. Hierdoor was de kans op blauwe plekken of bloedingen gevaarlijk groot. Lieke: "Op een gegeven moment kwam hij terug van de training met een bont en blauw hoofd. 'Hij had de bal flink wat keren geraakt', vertelde hij trots. Zo was zijn instelling: ik word waarschijnlijk niet oud dus ik doe lekker wat ik wil. En mijn ouders gunden hem dat ook."
Samen met zijn vrienden zocht hij regelmatig het randje op. Vanwege zijn zwakke hart waren biertjes en sigaretten uit den boze. Maar Tom, die rookte en dronk gewoon. "Onbewust wist hij dat hij eerder zou sterven dan anderen en hij wilde volledig genieten van de tijd die hij nog had", zegt Lieke.
"Ik heb slecht nieuws, ik ga dood."
Toen volgde de grote pech, zoals zijn zus het noemt. "Tom begon te sukkelen met zijn gezondheid, kreeg koorts en was moe. Drie weken lang lag hij in het ziekenhuis en de artsen hadden geen idee. We dachten allemaal dat het met zijn hart te maken had, maar dat bleek niet zo. Toen hij er geel uit begon te zien, besloten ze naar zijn lever te kijken. En toen was het mis. Echt mis."
Tom had leverkanker. Hij raakte niet in paniek, maar hield zelf de touwtjes in handen. Hij belde iedereen zelf op om het te vertellen. "Ook mijn oudste broer en ik kregen een telefoontje", zegt Lieke. "Hij zei: 'Ik heb slecht nieuws. Ik ga dood'."
Door zijn hartafwijking was er geen chemo of operatie mogelijk. Lieke en haar broer snelden naar het ziekenhuis, waar hun ouders al waren. "Daar hebben we elkaar stevig vastgehouden en gepraat. Toen zijn we een kaartspelletje gaan doen. Zo van, we maken er nog iets van."
Het ging razendsnel daarna, donkergrijs veranderde in zwart. Vanaf zijn diagnose totdat hij stierf, het duurde slechts zeven weken. Tom regelde voor al zijn geliefden nog een mooi cadeau. Lieke kreeg een armbandje, met zorg uitgezocht. "Voor zichzelf had hij er ook één gekocht, die hij vanaf dat moment droeg. In de mijne stond 'Van je grote broer' gegraveerd. In die van hem stond 'Voor mijn grote zus'." De armbandjes zitten nu allebei om haar pols, als een warm aandenken.
"Zijn as is verwerkt in de inkt."
Acht jaar geleden is het dat Tom overleed. Lieke mist hem: de lege plek die hij achterlaat, is blijvend en bij en tijd en wijle is ze boos om wat ze kwijt is. Koffiedrinken met een vriendin, appen met haar moeder, een weekendje naar Maastricht met haar vriend, het leven gaat door en er valt nog genoeg te lachen, maar nooit zo uitbundig als met Tom. "Het heeft me moeite gekost om het leven weer op te pakken", zegt ze. "Veel tranen, veel therapie."
De tatoeage op haar arm herinnert haar aan haar broer: het vertrouwde samenzijn, de eindeloze avonden in hun stamkroeg, de lol die ze beleefden. "Het is een veer met daarin zijn vingerafdruk verwerkt", wijst ze. "De veer wijst naar mijn hart, maar wat de tattoo helemaal bijzonder maakt, is dat zijn as verwerkt is in de inkt. Zo heb ik Tom voor altijd bij me."