Politie en beveiliging bij herdenking Kamp Vught: ‘De spanning neemt toe'
Bij binnenkomst van Kamp Vught lezen leerlingen van groep zeven van basisschool De Schalm 1300 kindernamen voor, inclusief hun leeftijd. Een indrukwekkend moment waar veel bezoekers even bij stil blijven staan.
Veiligheid in het geding
“Het is een hele trieste en grote gebeurtenis in de geschiedenis van Kamp Vught”, vertelt Jeroen van den Eijnde, directeur van het nationale monument. In twee transporten worden op 6 en 7 juni 1943 alle kinderen onder de zestien jaar weggevoerd naar vernietigingskampen. “Alleen al die gedachte, dat beeld en die geschiedenis maakt het dat het een van de meest beruchte gebeurtenissen is van Kamp Vught.”
Bij de openbare herdenking zondagmiddag op het binnenterrein van Kamp Vught zijn zichtbare en onzichtbare veiligheidsmaatregelen genomen. “De spanning neemt toe, de polarisatie neemt toe, het wij-zij denken neemt toe”, begint Van den Eijnde. “Dat betekent ook dat de veiligheid in het geding is en dat zien we op momenten zoals deze.”
Volgens de directeur van Kamp Vught is er al jaren beveiliging aanwezig. “Maar het besef is er nu dat het meer nodig is.” Zo staat een grote 4x4 terreinwagen van de politie met een duidelijk doel zichtbaar voor de ingang van Kamp Vught.
Opperrabbijn Jacobs, die een toespraak geeft tijdens de herdenking, wordt met persoonsbeveiliging van de politie begeleid. Of er concrete dreigingen waren? “Daar ga ik niks over zeggen, nee. Maar we weten allemaal wat er in de wereld verder weg gebeurt en hier in ons eigen land. Dat besef maakt dat je voorzichtiger bent en rekening houdt met dat er dingen kunnen gebeuren. Daarvoor is de aanwezigheid van politie en beveiliging een geruststelling, zodat ze kunnen in grijpen als het nodig is.”
Vrijheid is ongrijpbaar
Terug naar de herdenking dan. Fien (10) en Sophie (10) van basisschool De Schalm uit Vught mogen de herdenking aan elkaar praten. “Ik vind het heel belangrijk om te doen. Je moet beseffen hoeveel kinderen hier hebben gezeten en hoeveel er zijn overleden”, vertelt Sophie. Vooraf kende ze die geschiedenis niet. “Dan schrik je wel, dat is echt erg.”
De twee meiden wilden een boodschap meegeven aan de aanwezigen: “Dat je best veel geluk hebt met je leven. Je moet je beseffen hoe de andere kinderen het hebben gehad, sommigen werden maar zes dagen oud.”
Directeur Jeroen van den Eijnde wilde de kinderen laten merken, voelen en meemaken dat vrijheid iets ongrijpbaars en abstracts is, maar wel enorm belangrijk. “De kinderen moeten, net als wij volwassenen, beseffen wat er in de wereld aan het gebeuren is. Onveiligheid, oorlog en onvrijheid brengt dat allemaal dichterbij.”
Minder oorlog
Linda hangt een vlinder op in het prikkeldraad voor iedereen die in oorlog leeft. “Ik vind oorlog altijd heel indrukwekkend.” Haar man Jerry vult aan: “Dit mag nooit meer gebeuren en het mag niet vergeten worden. Onze drie kinderen moeten dat beseffen, die staan ook bij ons hier. Ik kom nu ook bijna niet uit mijn woorden, ik word er emotioneel van.”
‘Dit mag nooit meer gebeuren’, hoor je telkens bij dit soort herdenkingen. Toch gebeurt het op dit moment opnieuw. “Ik heb niet de illusie dat oorlog ooit de wereld uit zal zijn”, zegt Van den Eijnde. “Maar we kunnen er wel voor zorgen dat we met iets meer respect en erkenning van vrijheden en eigenheden van anderen de wereld verder brengen. Dan kunnen we met minder oorlog verder leven.”