Het leed van gedwongen adopties, Peter leerde moeder pas op z'n 29e kennen

Vandaag om 09:58 • Aangepast vandaag om 14:04
nl
Peter van Aar (61) uit Oss leerde pas op zijn 29e zijn biologische moeder kennen. Met zijn tweelingbroer groeide Peter op in een warm adoptiegezin. Maar dat zijn moeder in die tijd niet anders kon dan haar kinderen af te staan, vindt hij triest. “Ze kwam uit een rooms-katholiek middenstandsgezin en was ongehuwd zwanger geraakt. Foei, foei, foei.” Donderdag verschijnt een langverwacht rapport over het leed dat afstandsmoeders en hun kinderen is aangedaan.
Profielfoto van Tom van den Oetelaar
Geschreven door

Samen met zijn tweelingbroer is Peter geboren in Moederheil. Dat was een grote kraamkliniek in Breda, waar in de vorige eeuw veel baby’s zijn afgestaan voor adoptie. Peters moeder, begin twintig, was ongewenst zwanger. “Een schande voor de buurt was dat. Dus ze werd gedwongen afstand te doen van haar kinderen.”

Dat zijn vader en moeder niet zijn biologische ouders zijn, ontdekte Peter toen hij vijf jaar oud was: “Toen was de buurvrouw zwanger. En ik vroeg mijn moeder hoe dat bij ons was gegaan. Want wij waren een tweeling. Dus heeft er dan één in haar buik gezeten en één in papa’s buik? Een kinderlijke gedachte, maar hartstikke mooi.”

“Ik nam het voor kennisgeving aan. De Lego lonkte.”

Peters moeder legde rustig uit hoe de vork in de steel zat. “Jullie zijn allebei gegroeid in de buik van een andere mama, maar die kon niet voor jullie zorgen en daarom zorgen wij voor jullie en zijn wij jullie ouders”. En daarmee was voor Peter op dat moment de kous af: “Ik groeide heerlijk, onbezorgd op bij liefdevolle ouders. Dus ik nam het voor kennisgeving aan. De Lego lonkte en ik leefde vrolijk verder.”

Peter en zijn tweelingbroer, kort na de adoptie (privéfoto).
Peter en zijn tweelingbroer, kort na de adoptie (privéfoto).

Pas veel later, na zijn puberteit, pakte Peter het weer op: “Er sluimerde een ongenoegen in mij. Ik was onzeker over wie ik was, leefde op los zand. Ik ging vragen hoe mijn moeder eruit zag. Ze was een wat kleinere, mooie, donkere vrouw hoorde ik. Dus bij iedere vrouw die ik tegenkwam die er zo uitzag, dacht ik: jij kunt mijn moeder zijn.”

Maar het bleef een sluimerend verlangen door een loyaliteitsconflict naar zijn adoptieouders: “Het kan niet, dacht ik. Want jullie zijn mijn ouders. Het is echt een struggle geweest. Stel dat ik mijn biologische moeder heel leuk zou vinden?” Pas tien jaar later, toen hij 29 was, maakte Peter er echt werk van en kwam er een ontmoeting: “Een openbaring, een verlossing. Letterlijk een bevrijding. Het moment dat we elkaar in de ogen keken en in de armen sloten, was het goed. Het klopte.”

“Twee beertjes stonden haar leven lang naast haar bed.”

Het kon niet anders, vertelde zijn biologische moeder hem. Maar toch bleef haar tweeling altijd in haar gedachten. “Ik heb hier een beeldje staan. Twee beertjes op een bankje met één parasolletje. Zij heeft dat gekocht na onze geboorte en het heeft haar leven lang naast haar bed gestaan. Ze heeft ons afgestaan, maar nooit losgelaten.”

Peters adoptieouders reageerden geweldig: “Ze zijn bij haar op bezoek geweest, hebben een fotoalbum gemaakt van mijn eerste 29 jaar, zodat zij een inzage kon krijgen in ons leven.” Zijn adoptiemoeder heeft zich er tot haar dood schuldig over gevoeld dat zij hem opvoedde en niet zijn biologische moeder. Peter: “Dat instanties en dogmatisch denken zó sterk aanwezig kunnen zijn, dat je mensen daarmee een leven lang verdriet kunt doen. Dat begrijp ik niet.”

Ook Peters eeneiige tweelingbroer kreeg contact met zijn biologische moeder. Samen zaten ze aan haar sterfbed. Zijn biologische vader ontmoette Peter slechts één keer.

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor het leed achter de gedwongen binnenlandse adopties in de vorige eeuw. Donderdag verschijnt er een rapport over van onderzoeker Micha de Winter. Veel afstandsmoeders van toen en hun kinderen hopen dat er nu eindelijk werk is gemaakt van serieuze excuses, misschien zelfs een schadevergoeding.

Peter is benieuwd naar wat er in het rapport staat, maar heeft geen verwachtingen. Hij houdt zich liever bezig met het theaterstuk dat hij erover heeft geschreven. Dat moet volgend jaar in de theaters te zien zijn: “Dit soort grote gevoelens zijn te lang weggestopt. Voel maar eens wat voor ellende ons is aangedaan.”

Peter van Aar in 2012 als presentator van 'Onder Ons' in de tv-studio van Omroep Brabant (foto: Omroep Brabant).
Peter van Aar in 2012 als presentator van 'Onder Ons' in de tv-studio van Omroep Brabant (foto: Omroep Brabant).

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.