Zo proberen onderhandelaars levens te redden tijdens een crisissituatie
“Het is zeker spannend, gelukkig wel", zegt voormalig politieonderhandelaar Heidi Nieboer lachend. "Als het niet spannend zou zijn, ben je niet volledig geconcentreerd", legt ze uit.
Nieboer werkte jaren als politieonderhandelaar en is in het verleden regelmatig ingezet bij vergelijkbare incidenten als donderdag in Roosendaal. "De meeste onderhandelaars zijn onderhandelaar naast hun gewone baan bij de politie. Dat betekent dat je één keer in de zoveel tijd een piketdienst draait en opgeroepen kunt worden als er een incident speelt."
Meestal worden onderhandelaars gebeld door de meldkamer met het verzoek contact op te nemen met een officier van dienst. "Je krijgt dan te horen waar je als onderhandelaar naartoe moet en wat er aan de hand is. Vaak is de eerste informatie die je krijgt heel mager. Pas als je ter plaatse bent, krijg je meer informatie."
"Het is ons doel om het gesprek aan te gaan."
Voor de situatie in Roosendaal werden onder andere de DSI en de politieonderhandelaars opgeroepen. "De onderhandelaars zullen gisteren te horen hebben gekregen dat er in een specifieke woning iets aan de hand was", legt Nieboer uit.
Als onderhandelaar werk je nooit alleen, maar samen met één of twee andere onderhandelaars. Iemand van het onderhandelingsteam is tijdens het incident verantwoordelijk voor de woordvoering en de andere twee collega’s ondersteunen de gespreksvoerder.
“Het eerste dat je als onderhandelaar probeert, is contact maken met de persoon voor wie je bent opgeroepen. Het is ons doel om het gesprek aan te gaan. In het geval van Roosendaal, waar de man, voor zover bekend, dreigde zichzelf en anderen iets aan te doen, is het de bedoeling dat onderhandelaars dat weten te voorkomen. Dat is altijd spannend. Want krijg je voldoende grip op iemand, zodat die het daadwerkelijk niet gaat doen?"
"We zorgen altijd ook voor onze eigen veiligheid."
Onderhandelaars gaan als er sprake is van een dreigende situatie of mogelijk sprake is van wapens of explosieven, niet naar binnen. "We zorgen altijd ook voor onze eigen veiligheid. We proberen dan bijvoorbeeld buiten een woning contact te leggen. Dit kan telefonisch of op een veilige afstand met onze stem."
In het geval van een persoon met zogenoemd onbegrepen gedrag is het volgens Nieboer belangrijk om te weten dat die anders kan reageren dan iemand met gedrag dat wel te begrijpen is. "Je stelt jezelf de vraag: Waar kunnen we op aanhaken? Mensen met onbegrepen gedrag willen vaak gehoord worden. Er ligt meestal iets onder. Voor onderhandelaars is het de uitdaging om daar achter te komen."
Er worden dan vragen gesteld als: Vertel eens wat er aan de hand is, wat je van plan bent, wat maakt dat je dat wilt, of er geen andere mogelijkheid is, en of je toch met ons naar het bureau wilt?
Volgens verslaggever Willem-Jan Joachems was de inval in Roosendaal van donderdag bijzonder:
Over dat laatste zijn de onderhandelaars altijd eerlijk. "Het is niet zo dat je na een goed gesprek of een kop koffie op het bureau weer naar huis kunt. Afhankelijk van de situatie en of er strafrechtelijke overtredingen zijn geweest, wordt er gekeken naar wat iemand nodig heeft. Maar dat is niet aan de onderhandelaars. Voor ons is het de taak om iedereen veilig naar buiten te laten komen.”
Als dat is gelukt is, is er opluchting in het team en een moment van ontspanning. Vaak zijn onderhandelaars urenlang geconcentreerd aan het werk geweest. "Daarna ga je heel uitgebreid evalueren en kijk je naar wat er goed is gegaan en wat er is blijven liggen."
Voor zover Nieboer heeft begrepen, is de man uit Roosendaal donderdag veilig onder begeleiding van onderhandelaars uit het huis gekomen. Daar heeft zij alle waardering voor. "Het echte werk is donderdag gedaan door de mensen ter plaatse. Zij hebben ervoor gezorgd dat het goed is afgelopen", zegt Nieboer.