Tourlegende stortte dag na winst in ravijn: 'Opa had nooit bergen gezien'
Van Est (1923-2003) overleefde de val in het ravijn amper, maar zijn Pontiac-horloge had nergens last van en tikte rustig door. Hij gebruikte het na de val in 1951 zelfs om reclame te maken. "Zeventig meter viel ik diep. M’n hart stond stil, maar m’n Pontiac liep", zo luidde de slogan die hij uitsprak voor horlogemaker Pontiac na die Tour 74 jaar geleden.
Het horloge is sindsdien een iconisch erfstuk dat wordt bewaard door kleinzoon William van Peer. Ook heeft hij de gele trui waarmee Van Est in het ravijn viel, de gaten zitten er nog in.
"Het behalen van die gele trui was het grootste succes dat ooit behaald werd in de tour", weet William. "Er was alleen één probleem. Een dag later ging de tour door de de Pyreneeën. Maar opa had nooit bergen gezien. Toch was hij vol goede moed en zei hij dat hij de trui ging verdedigen."
Van Est ging die bewuste dag al een keer onderuit "En even daarna ging het opnieuw mis. Hij haalde een wielrenner in, kreeg een klapband, viel over een muur van een meter en reed het ravijn in." Een Belgische renner heeft dat zien gebeuren. "Aan hem heeft mijn opa zijn leven te danken. Ze zagen alleen maar een zwart stipje onderin het ravijn en dachten: met hem is het gebeurd."
Geen einde aan carrière
Maar wonder boven wonder was dat niet zo. De val betekende zelfs niet het einde van de carrière van Wim van Est. Hij reed nog door tot zijn 42e en won onder andere de Ronde van Vlaanderen en etappes in de ronde van Italië en in de Tour de France. Ter nagedachtenis aan de val in het ravijn werd in 2001 op de Col d'Aubisque een plaquette onthuld.
Dat Van Est bij wielrenfans nog in het collectieve geheugen zit, doet William goed. "Opa is toch baanbrekend geweest in verschillende opzichten. Hij is de eerste die de gele en roze trui kreeg in de tour. Hij heeft toch op een bepaalde manier het pad geëffend voor zijn opvolgers."
8170 gulden, dat is wat Van Est trouwens overhield aan drie weken Tour de France. Dat klinkt misschien als een klein bedrag maar je kon er toentertijd volgens William een vrijstaand huis van kopen. "Een timmerman werkte voor 25 gulden per week." Voor die renners was het dus noodzaak om die tour te rijden. "Daar spaarden ze hun contracten en startbewijzen bij elkaar."