Legerkamp en huizen gevonden, Romeinen waren er eerder dan gedacht
In Cuijk komt het nieuws niet echt als een verrassing. Waar je de grond ook openlegt, stuit je bijna altijd op geschiedenis. De bodem hier is een gelaagd boek vol verhalen van Romeinen tot ridders.
"Het is niet meer dan een greppel", zegt gemeentelijk archeoloog Johan van Kampen, terwijl hij naar een verkleuring in de grond wijst. "Maar de vorm en ligging wijzen sterk op een vroeg Romeins legerkamp. Dat zou betekenen dat de Romeinen al vóór het jaar 50 na Christus in Cuijk waren."
En dat is bijzonder. Tot nu toe werd aangenomen dat het eerste Romeinse fort in Cuijk, toen nog Ceuclum, pas rond het jaar 50 werd gebouwd.
Daarna groeide het uit tot een belangrijke Romeinse vestiging met een castellum, tempels, een badhuis en een brug over de Maas. De ontdekking van een eerder kamp wijst op een eerdere militaire aanwezigheid, waarschijnlijk tijdens de uitbreiding van de noordgrens van het Romeinse Rijk.
De opgravingen vinden plaats op het terrein waar jarenlang de Nutriciafabriek stond. Nu die is gesloopt voor huizenbouw, krijgen archeologen de kans om laagje voor laagje de geschiedenis van Cuijk te ontrafelen.
Maar de Romeinen zijn niet de enige historische bewoners die aan het licht komen. In een van de opgravingssleuven zijn ook duidelijke resten gevonden van Middeleeuwse bewoning. "Je ziet plekken waar houten palen hebben gestaan", vertelt Johan. "We kunnen zo de contouren van huizen terugvinden. Afhankelijk van wat we nog meer vinden, hopen we meer te weten over de bewoners. Hoe rijk waren ze bijvoorbeeld?"
Cuijk is altijd al een hotspot voor archeologen geweest. Het ligt langs de Maas, op een strategische plek die door de eeuwen heen door allerlei machthebbers werd betwist. Waar je ook graaft: je gaat laag voor laag door de geschiedenis.
Zoals de geschiedenis van de heren van Cuijk. Ze krijgen het gebied in leen in 1096 en spelen vaak een rol in de oorlogen tussen de hertogdommen Brabant en Gelre. Maar het zijn ook diplomaten die regelmatig aan de hoven van de Engelse koning en de keizer van het Heilig Roomse Rijk te vinden zijn. "Dit waren echt belangrijke edelen", zegt Johan.
Maar het gaat ook mis. Een van de zwartste bladzijden wordt geschreven in het jaar 1133. In dat jaar raakt Herman van Cuijk, samen met zijn broer Godfried, verwikkeld in een conflict met Dirk VI, graaf van Holland.
De ruzie draait om een huwelijk. Het loopt uit de hand wanneer bij Utrecht een politieke moord wordt gepleegd. Floris de Zwarte, de broer van Dirk, wordt gedood. Volgens de bronnen zijn Herman en Godfried daarbij direct betrokken.
De gevolgen zijn groot. De woede in Holland én het Duitse Rijk is enorm. De Duitse keizer, een bondgenoot van de graaf, besluit in te grijpen. Als straf wordt het Land van Cuijk binnengevallen.
"Opgravingen in een centrum zijn er niet vaak."
Dorpen krijgen het zwaar te verduren, maar de grootste klap valt in Cuijk zelf. De burcht van de heren van Cuijk wordt verwoest en de heren worden verbannen. Ze keren jaren later terug en bouwen een nieuw kasteel in Grave.
De plek waar nu de opgravingen zijn ligt niet ver van de kerk waar vroeger het kasteel stond. "Opgravingen in een centrum zijn er niet vaak", zegt de archeoloog. "De steden uit de middeleeuwen zijn nu ook allemaal bebouwd. Dus dat we hier nu kunnen graven is bijzonder."
Maar de grootste klapper moet nog komen. Aan de overkant van de weg ligt een terrein waar een complete Romeinse begraafplaats wordt verwacht. "We denken dat we daar tussen de 200 en 400 graven gaan vinden", zegt Johan. "Mensen werden toen begraven met persoonlijke spullen. Dat levert vaak spectaculaire vondsten op."