Sigarettenfabriek moet miljoenenboete betalen voor stiekeme prijsafspraken
Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) hebben ze onderling afspraken gemaakt over prijzen en nieuwe producten. Ze wisten van elkaar hoe duur sigaretten zouden worden. Andere concurrenten werden hiervan niet op de hoogte gebracht en raakten hierdoor gedupeerd.
De boete was al in 2020 opgelegd door de Autoriteit Consument& Markt (ACM). De vier bedrijven hadden beroep aangetekend, eerst bij de rechtbank in Rotterdam en daarna bij het in Den Haag gevestigde CBb. De uitspraak die dit rechtsorgaan dinsdag heeft gedaan, is onherroepelijk en kan niet worden aangevochten. De bedrijven zullen dus moeten boeten.
27 miljoen
De bedrijven moeten de bedragen zonder problemen kunnen ophoesten, omdat er miljarden euro's worden verdiend aan de verkoop van rookwaar. Voor Philip Morris is het bedrag vastgesteld op ruim 27 miljoen.
De ACM was er achter gekomen dat de vier bedrijven tussen 2008 en 2011 onderling informatie hadden uitgewisseld over nieuwe producten en prijzen. Andere concurrenten werden hiervan buitengesloten. En dat is tegen alle regels.
De stiekem gedeelde gegevens werden gebruikt om de prijzen te bepalen en eventueel te verhogen en zo meer winst te maken. Niet één van de vier fabrikanten kwam op het idee om zich tegen deze samenwerking te verzetten.
Toch wilden de bedrijven de boete niet accepteren, omdat het allemaal zo lang heeft geduurd nu er een definitieve uitspraak ligt. Ook voerden ze aan dat het voor de eerste keer was dat de ACM tegen dit soort praktijken had opgetreden. Dat telt niet, vindt het CBb. Ze hadden kunnen weten dat ze verkeerd bezig waren. De overtredingen zijn zo zwaar dat de boetes zeker niet te hoog zijn.