Dit is waarom het deze zomer zo weinig donderde en bliksemde
Depressies kwamen ook om de hoek kijken, maar die hadden amper wat in de melk te brokkelen. En voor de vorming van onweer heb je wel wat luchtbewegingen en energie nodig, legt Van Straaten uit.
Voor het ontstaan van onweersbuien is een groot temperatuurverschil tussen koude lucht op hoogte en warmere lucht aan de grond vereist. Die luchtstromen bewegen langs elkaar en ze voeren ook elektrisch geladen deeltjes mee. Dat leidt, bij botsingen in de atmosfeer, weer tot een elektrische lading en als de lading groot genoeg is, dan hoor je het knetteren en donderen.
Dan zie je dus bliksemschichten en gaat het onweren. Behalve deze zomer, op enkele uitzonderingen na, al gingen die plaatselijk vaak wel gepaard met flinke regenbuien en soms met afgebroken takken.
Medio juni en rond 20 juli werd verscheidene keren code geel afgekondigd. Op die dagen waren zware onweersbuien, sommige met hagel en windstoten.Meestal pakte het minder erg uit dan het KNMI had aangekondigd: het echte gedonder bleef vrijwel overal uit.
Stormjager moest ver reizen
Voor het serieuze werk, moest je als liefhebber echt de provincie uit. Naar het oosten van het land, op de grens met Duitsland bijvoorbeeld. Daar ging Paul Begijn uit Den Bosch begin vorige maand met zijn camera op zoek naar de storm. Maar hij is dan ook stormjager.