Aantal kinderen in de jeugdzorg groeit: 'Alsof een kind perfect moet zijn'
"We moeten naar een zorgstelsel waarbij 'positieve gezondheid' centraal staat", zegt Peter Kok, wethouder Gezondheid, Zorg en Cultuur van de gemeente Tilburg. Hij is kartrekker namens de elf samenwerkende gemeenten in de jeugdhulpregio Hart van Brabant. "Vraag niet alleen: wat mankeert jou? Om vervolgens te zeggen: we gaan je beter maken. Maar vraag juist waarmee kan ik je een handje helpen?", zegt hij.
Ook jeugdhulpregio West-Brabant-Oost (WBO), waarin vijf gemeenten samenwerken, wil verder kijken dan de diagnose. "Ouders zeggen vaak 'mijn zoon kan niet meer helemaal mee' en daar moet dan meteen onderzoek naar komen. En er moet een label worden geplakt", vertelt een projectleider. Zo komt een kind volgens haar terecht in de jeugdhulp om er niet snel weer uit te komen.
"In het traject komen dan nog meer punten naar voren waaraan ze kunnen werken: alsof een kind perfect moet zijn. Maar je hoeft niet van ieder kind een 'havo-kind' te maken, soms hoort bepaald gedrag er gewoon bij", zegt de projectleider van WBO.
Flinke stijging
Sinds 2015 steeg het aantal jeugdzorgaanbieders in Nederland van 1367 naar 8515, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel (KvK). In Brabant steeg het aanbod van 237 naar 1092 jeugdzorgaanbieders.
Een jeugdzorgaanbieder kan een grote instelling zijn waar honderden jongeren worden geholpen, maar ook een gezinshuis of kinderpsycholoog.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft moeite met het toezicht op de meer dan 8000 aanbieders. Daardoor is het risico op fraude en mindere kwaliteit van jeugdzorgaanbieders groter.
Volgens het CBS kreeg in 2023 1 op de 7 kinderen jeugdzorg. Tijdens de eeuwwisseling was dit 1 op de 27 kinderen. Het kabinet wil dit in 2028 terugbrengen naar 1 op de 10 kinderen. Jeugdhulpregio's proberen daarom de jeugdzorg anders in te richten.
In beide jeugdhulpregio's willen ze mensen stimuleren om meer naar elkaar om te kijken. "We kijken samen met iemand wat diegene wél zelf kan en daarnaast kijken we of bijvoorbeeld een familielid of een buurvrouw ergens bij kan helpen", legt Kok uit. Het hele zorgsysteem is volgens hem ingericht op diagnoses stellen: "Het gesprek met elkaar aangaan zijn we met z'n allen een beetje verleerd."
In de regio WBO herkennen ze dit. "Verandering kost tijd en daar hebben we met z'n allen wat in te doen. Wanneer je een andere moeder hoort praten over een herkenbaar probleem, kun je eens voorstellen om samen een kop koffie te drinken. Dan komt die moeder er misschien achter dat bepaald gedrag heel normaal is", zegt de projectleider. Om vervolgens te benadrukken dat de nieuwe aanpak niet betekent dat de jeugdhulpregio er niet is voor gezinnen en kinderen die hulp keihard nodig hebben, integendeel.
De nieuwe aanpak zit nog in de testfase, maar de eerste geluiden zijn positief, vertelt de projectleider van WBO. "Gemeenten en jeugdhulpverleners weten elkaar veel beter te vinden en zo kunnen we kinderen en gezinnen beter helpen."
Wildgroei aanpakken
Brabant telt vijf jeugdhulpregio's, waarin gemeenten samenwerken bij het inkopen van jeugdzorg. Sinds de gemeenten in 2015 verantwoordelijk werden voor de jeugdzorg, in plaats van de Rijksoverheid, is er een wildgroei aan jeugdzorgaanbieders. Dat zorgt ervoor dat gemeenten minder zicht hebben op de kwaliteit van de jeugdzorg. Ook deze wildgroei pakken de jeugdhulpregio's Hart van Brabant en WBO aan om zo de zorg aan kinderen en gezinnen te verbeteren.