Waarom we doorrijden bij een rood kruis: 'We denken vaak dat het meevalt'
"Mensen denken vaak dat het allemaal wel meevalt als ze zo'n rood kruis zien", zegt hij. "Ze denken: joh, ik kan best een klein stukje doorrijden. Maar het is asociaal." De snelweg wordt volgens hem namelijk niet zomaar afgesloten. Zo kun je jezelf, maar ook hulpverleners en betrokkenen bij een ongeluk in gevaar brengen. "Blijkbaar gaat dat op dat moment niet door het hoofd van mensen."
"Je moet snel een beslissing maken", gaat de professor verder. "En in zo'n situatie zie je dat je vaak de niet-logische optie kiest. Als je mensen nu zou vragen waarom ze dit zaterdagavond hebben gedaan, kunnen ze je het waarschijnlijk niet meer navertellen."
Dan is er nog een groep mensen die de rode kruizen misschien niet heeft gezien. Soms zijn bestuurders meer bezig met hun auto- of telefoonscherm, weet Van de Coevering. "Maar het lijkt me sterk dat je tot twee of drie keer een rood kruis mist. Dan let je écht niet goed op."
Navigatie gevolgd
Zaterdagavond meldden zich ook meerdere automobilisten bij de agenten op de A2 met een ander merkwaardig verhaal: hun navigatiesysteem gaf aan dat ze door moesten rijden. "Tja", zegt Van de Coevering. "Met die redenering zou je je theorie-examen niet halen. Verkeersregels gaan áltijd voor de navigatie."
Waarom dan toch die navigatie volgen? "Dat kan twee redenen hebben. Ten eerste omdat je eigenlijk wel weet dat het niet kan, maar je op deze manier je stomme keuze kunt rechtvaardigen. Maar er zijn ook mensen die zo gefocust zijn op hun navigatie dat ze ervan afhankelijk zijn geworden. Het is een soort trend dat je steeds meer kijkt naar de informatie in je auto dan naar de informatie daarbuiten. Hoe vaak kijk je bijvoorbeeld nog op verkeersborden voor de richting?"
De kans is bovendien groot dat bestuurders elkaar hebben aangestoken met hun gedrag, denkt de professor: "Als je twijfelt over een bepaalde situatie en je ziet anderen iets doen, is de gedachte eerder: dan kan ik dit ook doen. Het is een soort bevestiging. Er ontstaat daardoor een nieuwe sociale norm en dat is erg gevaarlijk."
Wat doen we hieraan?
Het lijkt misschien alsof dit gedrag nu eenmaal in ons zit, maar er is zeker wat aan te doen, zegt Van de Coevering. "Aan de ene kant door sterke handhaving, zoals hogere boetes of het rijbewijs innemen wanneer iemand vaker de fout ingaat." Aan de andere kant kunnen we volgens hem met bewustwordingscampagnes veel voorkomen.
"Denk maar aan de BOB-campagne", geeft hij een voorbeeld. "Vroeger was het nog best normaal dat je met alcohol achter het stuur ging zitten, tegenwoordig niet meer. En dat komt mede door campagnes van de overheid."