Oud-OM-baas stopt waar hij ooit begon: 'Heel ongebruikelijk'
Van der Burg heeft het van geen vreemde. "Mijn vader kwam rechtstreeks uit het verzet de politie in gerold." Gerrit studeerde rechten en stapte in 1982 in zijn vaders voetstappen. "De straatcriminaliteit was toen heftig. Junks die autoradio's stalen, verloederde wijken, krakers en bankovervallen. Maar er hingen ook nog touwtjes uit de brievenbussen in bepaalde gebieden van ons land."
Als commandant van de mobiele eenheid kwam hij in aanraking met ongekend supportersgeweld "In stadion De Kuip vlogen de wc-potten me om de oren."
Van der Burg wilde wat anders en belandde bij het Openbaar Ministerie in Breda. En daarna op diverse andere werkplekken in het land, waaronder dus het hoofdkantoor in Den Haag.
Nu gaat hij richting de 67. En hij draagt weer zijn eerste toga van 35 jaar geleden, als officier van justitie, zoals hij begon. "Het is heel ongebruikelijk, maar eigenlijk is het toch ook niet zo raar als je je oude vak weer oppakt?"
Trampoline
"Mijn eerste grote zaak als officier? Dat was de moord op Susanne Pakosch in de Beekse Bergen." Zomer 1994. Het meisje was met haar ouders op vakantie. Ze wilde trampoline springen maar kwam een beveiliger tegen die haar wurgde. de Bredanaar herinnert zich de zaak nog goed. "We zaten op een straatfeest toen ik de melding kreeg. Het schemerde al. Ik kwam aan, bij een naargeestig toiletgebouw. Daar lag zij."
Als leider van het opsporingsonderzoek zette hij alles in gang. En daarna kon hij naar huis, vol indrukken. "Het was drie uur 's nachts, er zaten nog wat feestvierders. Ik zat vol indrukken en mocht er natuurlijk niet over praten. Ik ging gauw thuis kijken bij mijn dochtertje of ze al sliep. De zaak is me tot op de dag van vandaag bijgebleven." De man die Susanne ombracht, kreeg twaalf jaar cel. Nu zou die straf veel hoger hebben uitgepakt, benadrukt Van der Burg.
Hij bewaarde wat vonnissen. Deze ook, omdat het hem nog steeds aangrijpt. "Het is het peilloze verdriet onder slachtoffers of nabestaanden. Alleen al daarom doe je dit werk, je doet je uiterste best om recht te doen".
Indruk maakte ook de enorme ontuchtzaak rond zwemleraar Benno L. in Den Bosch. "We hadden een bijeenkomst in een sporthal. De gezichten van al die ouders, dat zal ik nooit vergeten."
De oud-topman zag in de jaren '80 al georganiseerde misdaad en afrekeningen, maar hij zag wel de verharding met de tijd toenemen. "Het is gewelddadiger geworden. Nu leggen ze je voor een habbekrats om."
Martelkamer
Als hoogste baas van het Openbaar Ministerie (2017-2023) kwam hij dat extreme geweld tegen bij de moord op misdaadjournalist Peter R. de Vries. "Ongekend, dat was opnieuw een drempel die we overgingen". Of de ontdekking van een martelkamer in Wouwse Plantage, dankzij criminele chats die werden onderschept. "Dat was een doorbraak. Toen waren we ze een stap voor."
Hij zag Brabant op de kaart komen. "De aanslag op het gemeentehuis van Waalre was een echte wake-up-call. En de bedreigingen van de burgemeesters van Helmond en Gilze en Rijen. Er is jarenlang te weinig geïnvesteerd in de aanpak van onderwereldnetwerken. De aanpak zou net zo vanzelfsprekend moeten zijn als de aanpak van de klimaatverandering, waar we ook jaren vooruitblikken."
'Gemeen'
Er spelen veel zaken die van hem extra aandacht verdienen, zoals femicide. "Let goed op wat vrouwen wordt aangedaan." Hij kan zich ook boos maken om het leed dat helpdeskfraudeurs veroorzaken. "De brutaliteit, zo gemeen."
Lessen uit zijn loopbaan heeft hij genoeg. "Nooit uitgaan van vanzelfsprekende scenario's. En: deel dilemma's met je collega's, maak jezelf nooit eenzaam".
Zijn pensioen is dan wel begonnen maar de komende tijd is hij nog wel soms op de rechtbank. Want er zijn een paar processen die hij wil afronden. Breda blijft hij omarmen. "Ik hou van deze stad."