'Stop met planten, één oude boom is meer waard dan honderd babyboompjes'
Verhagen adviseert in het dagelijks leven gemeenten en provincies op het gebied van klimaataanpassing, biodiversiteit en gezondheid. Bomen zijn daarbij de groene ruggengraat, zegt hij: "Van bomen in onze omgeving wordt ons brein gelukkiger."
En toch predikt de Boominee voor minder bomen die de grond in gaan. Hoe zit dat nou? "De politiek wil graag de sier maken door te smijten met enorme aantallen bomen die geplant gaan worden. Ik vraag me dan als professional af, waar ga je die in godsnaam neerzetten?", zei hij zaterdagochtend bij Nieuwsweekend op NPO Radio 1.
"En als je bomen gaat planten, kunnen ze dan ook groot en oud worden?", vervolgt Verhagen. "Dat lukt helemaal niet, daarvoor ontbreekt het geld."
"Een boom van 35 jaar oud is eigenlijk pas een puber."
"De gemiddelde stadsboom wordt gemiddeld maar 35 jaar oud, maar dan is het eigenlijk pas een puber, die zijn groene fabriek nog niet op volle toeren heeft draaien. Met 35 jaar wordt het ecologisch gezien een beetje interessant, pas dan gaat hij CO2 compenseren. Als zo'n puberboom vervolgens wordt gekapt, omdat-ie bijvoorbeeld in de weg staat als de riolering moet worden vervangen, dan heb je al snel 150 nieuwe babyboompjes nodig, die ook nog eens tien jaar moeten groeien om een beetje mee te mogen doen."
Volgens de Boominee is er altijd een groot verlies bij kap. "Schermen met herplanting als compensatie is iedereen voorliegen", zegt hij. "De winst zit dus niet in het planten van bomen, maar in het behouden van wat er al staat."
"Als je kiest voor extra bomen, zorg dan dat je daar een goede reden voor hebt. Bijvoorbeeld om te zorgen voor verkoeling, of dat mensen meer groen in hun omgeving krijgen."
Verhagen sluit zijn preek af: "Ga niet voor aantallen, maar voor levensjaren. Elke extra groeiring is winst voor onze gezondheid en biodiversiteit. Wat dat betreft is er nog heel wat onwetendheid in de politiek. "
De 3-30-300 regel
Joost Verhagen pleit voor de 3-30-300 regel, een wetenschappelijk onderbouwde richtlijn van Cecil Konijnendijk, die bedoeld is om de stedelijke leefomgeving groener en zo gezonder te maken.
- 3 bomen. Vanuit elk huis, kantoor of schoolgebouw moet je minstens drie grote bomen zien.
- 30 m2 bedekking met boomkronen. In elke buurt is minimaal 30 procent van het grondoppervlak bedekt met bladerdek.
- 300 meter van het groen. Iedereen moet binnen 300 meter wandelafstand toegang hebben tot openbaar groen, zoals een park of bos van minimaal een halve hectare.