Waarom de SER zijn 75-jarige jubileum in Sint-Michielsgestel viert
In de Tweede Wereldoorlog werden meer dan duizend prominente Nederlanders door de Duitsers gevangen gezet in Kamp Beekvliet. Onder de gijzelaars bevonden zich beroemde namen zoals Willem Drees, Niko Tinbergen en Frits Philips.
Ondanks de moeilijke omstandigheden gaven zij de tijd die ze in het kamp doorbrachten een positieve draai. Ze organiseerden lezingen, discussies en overleg over hoe Nederland na de oorlog georganiseerd zou moeten worden.
Koninklijk bezoek
Het besef groeide dat er na de oorlog een betere manier van samenwerking nodig was. Deze gesprekken vormden de basis voor het overlegmodel dat we nu kennen als het poldermodel. Het leidde tot de oprichting van de Stichting van de Arbeid (1945) en de SER (1950), organen die werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen samenbrengen om advies te geven aan de overheid.
Dat de viering van 75 jaar SER belangrijk is, merk je wel aan het bezoek dat op het feestje komt. Koning Willem-Alexander, minister-president Dick Schoof en demissionair minister Mariëlle Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn er allemaal bij.
Handelen 'in de geest van Gestel'
Kim Putters, de voorzitter van de SER, legt in Trouw de keuze voor Beekvliet uit. “In Beekvliet kwamen mensen uit verschillende delen van de samenleving samen, ondanks hun verschillen. Ze hebben elkaar geholpen om boven die verschillen uit te stijgen, voor het grotere belang van Nederland.”
Volgens Putters is die samenwerking nu, in 2025, net zo belangrijk als toen. "We moeten, zegt hij, opnieuw handelen ‘in de geest van Gestel’ en samen oplossingen zoeken voor de grote problemen van deze tijd, zoals de woningcrisis, de arbeidsmarkt en klimaatverandering. Het is belangrijk om niet in eigen bubbels te blijven, maar samen naar het grotere goed te kijken."
