Zeven mannen op de bon door sisverbod: 'Er is werk aan de winkel'
“Het is best wel dubbel”, geeft wethouder diversiteit en inclusie Evelien Kostermans toe. Met haar handen in elkaar geslagen zit ze aan tafel. Op haar jas prijkt een speldje in de vorm van een T, in regenboogkleuren. “Het is mooi dat het werkt, maar het is ook een teken dat er echt iets aan de hand is. Er is werk aan de winkel.”
In de eerste maanden van de proef kregen zeven overtreders een proces-verbaal aan de broek. De overlast concentreert zich vooral rond het Wilhelminapark, het Spoorpark, de omgeving van het station en uitgaansplekken als de Korte Heuvel en het Piusplein: ware hotspots in de stad voor straatintimidatie.
“Het kost best wat capaciteit, maar vergeleken met de rest van het land hebben we veel bekeuringen uitgeschreven”, zegt teamleider Tijmen Leijen van de boa’s. “Het zijn niet alleen díe plekken waar we op pad gaan, maar wel vooral daar.”
En dat levert wat op. In totaal trokken de boa’s zeven keer met ‘grote inzet’ de straat op: vier sissers werden betrapt. Nog eens drie mannen liepen tegen de lamp bij kleinere acties. “Het gebeurt vaak laat op de avond. In het uitgaansgebied is het het ergst,” aldus Leijen.
Wat houdt deze pilot in?
Sinds april mogen boa's processen verbaal opmaken en boetes uitschrijven als iemand op heterdaad betrapt wordt op seksuele straatintimidatie, zoals nafluiten of het maken van ongewenste, seksueel getinte opmerkingen.
De pilot met de extra bevoegdheden liep al een tijdje in andere steden zoals Rotterdam, Utrecht en Arnhem. Sinds april zijn daar Heerlen, Dordrecht, Almere en Tilburg bijgekomen. De proef loopt nog tot de zomer van 2026. Dan moet duidelijk worden wat het heeft opgeleverd.
Toch blijft het lastig om intimidatie op heterdaad aan te pakken. Tijdens drukke evenementen is de pakkans minimaal gebleken. “We hebben het geprobeerd bij de Tilburgse Kermis", vertelt Leijten. “Maar het geluid is daar zo hard dat je niks hoort. Dan kun je ook nergens tegen optreden.”
De situaties, locaties en slachtoffers lopen sterk uiteen. Een eenduidig type dader is er niet, weet de boa teamleider. Maar één ding valt op: de daders zijn tot nu toe allemaal mannen. “Eén van de bekeurden viel andere mannen lastig. Maar ook onze undercoverboa’s zelf zijn doelwit geweest", vertelt hij.
De gemeente probeerde de afgelopen jaren al van alles om het probleem aan te pakken: acties rond Internationale Vrouwendag, de Topweek en carnaval, speciale ambassadeurs, een meldpunt voor straatintimidatie en zelfs exposities over omgangsnormen.
“De rode draad is dat we de gewenste sociale norm willen benadrukken”, zegt beleidsmedewerker inclusie Jenny Janssens. In plaats van zeggen wat níét mag, benadrukken hoe het wél hoort.
De wethouder vult aan: “We richten ons in de campagnes vaak op omstanders, omdat er altijd wel iemand bij is. En we willen niet dat alle verantwoordelijkheid bij het slachtoffer komt te liggen.” Ondanks alle campagnes en de pilot met de boa’s is er nog een lange weg te gaan. “Er is nog zoveel nodig om dit tij te keren”, zegt Kostermans.
“Het is een cultureel probleem. De aanpak vraagt om een lange adem.”
Ook Janssens ziet dat het probleem dieper ligt. “Het gaat om grote maatschappelijke thema’s: seksisme, gendernormen en wat mannelijkheid eigenlijk betekent.” Kostermans knikt: “Het is een cultureel probleem. De aanpak vraagt om een lange adem.”
Struiken snoeien, extra lantaarnpalen plaatsen of steegjes afsluiten om vrouwen veiliger te laten voelen? Daar gelooft Kostermans niet echt in. “Dat verandert het onderliggende probleem niet. Het zit in gedrag, en daar ligt onze focus.”
De drie kijken tevreden naar de pilot met de boa’s, al is die blijdschap getemperd. “We doen het goed met het aantal boetes”, somt wethouder Kostermans op. “Maar het is nog maar het topje van de ijsberg.”
