Reusachtige zwerfkei zorgt al eeuwen voor gedonder tussen buurdorpen
Een meteoriet, een zwerfkei uit de ijstijd of een achtergebleven contragewicht uit de scheepvaart? Tot op de dag van vandaag houdt de ‘dondersteen’ de gemoederen in Oud-Gastel en Oudenbosch bezig. De ruim vijf ton wegende kei is, tot groot verdriet van veel Gastelaren, tegenwoordig te bewonderen tegenover de ingang van het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum in Oudenbosch.
“Hij staat hier prima en we zorgen er goed voor”, stelt oud-voorzitter Jan Bedaf van de Heemkundige Kring Broeder Christofoor. Hij snapt dan ook niets van de ophef die er in zijn buurdorp is ontstaan: “Hij heeft door de jaren heen op verschillende plekken in Oudenbosch gelegen. Juridisch gezien zou je dus kunnen stellen dat de zaak verjaard is. Bovendien maken zowel Oud-Gastel als Oudenbosch inmiddels deel uit van dezelfde gemeente Halderberge.”
Toch denken ze daar in Oud-Gastel anders over. Het zit ze nog steeds niet lekker dat ‘hun steen’ werd ‘ontvreemd’ door de buren. Het gebeurde ruim tweehonderd jaar geleden toen de grote kei in de grond een obstakel vormde voor de aanleg van een nieuwe weg in het dorp.
Eenmaal uitgegraven zag boer Akkermans zijn kans schoon om de ‘wondersteen’ met paard en wagen mee te nemen naar zijn woonplaats Oudenbosch. In een schuurtje naast een herberg konden mensen tegen betaling van een stuiver de geologische vondst bekijken.
Na een poosje verdween de belangstelling voor het granieten brokstuk. De kei raakte in de vergetelheid en werd opnieuw ingegraven bij de herberg. In 1888 liet jezuïetenpater Becker de steen opnieuw opgraven. Hij deed jarenlang onderzoek naar de oorsprong van de kei. De theorie van een vallende ster bleek ‘een broodje aap’. Het was volgens de pater het meest aannemelijk dat de kei tijdens de ijstijd in een uitloop van een gletsjer in West-Brabant is terechtgekomen.
Ballast voor schepen?
“We kunnen in ieder geval met zekerheid zeggen dat de kei uit Scandinavië afkomstig is. Voor zover bekend lag de ijsgrens tijdens de ijstijd een stuk noordelijker in Nederland. Daarom houd ik het op een ballaststeen die werd gebruikt in schepen. Oud-Gastel lag in vroeger tijden namelijk ook aan een zeearm”, legt Jan Bedaf uit.
“Een steen van vijf ton als ballast? Ik denk dat zo’n schip dan snel uit balans zou raken of zelfs zou zinken. Ik houd het op een zwerfkei uit de ijstijd”, spreekt Karel Bartelen zijn collega uit Oudenbosch tegen.
Lang genoeg geduurd
Wat de oorsprong van de dondersteen ook mag zijn, het verhaal eromheen blijft voor Bartelen spannend genoeg om hem een mooi plekje te geven in zijn vindplaats Oud-Gastel. “Ik hoop dat het dit keer echt gaat lukken. Ook voor de generaties die na ons komen. Het 'verblijf' in Oudenbosch heeft lang genoeg geduurd. We willen als heemkundekring zelfs graag het transport regelen.”
Ook Bedaf is bereid de strijdbijl te begraven: “Ik zou er niet wakker van liggen wanneer ze er in Oud-Gastel nu van willen genieten. We moeten het ook allemaal niet overdrijven hè, het blijft tenslotte maar een steen.”
Standpunt van het college
De lokale politieke partij WOS Halderberge heeft het college van burgemeester en wethouders vragen gesteld over de zwerfkei. Zo willen ze graag weten hoe het college denkt over een eventuele verhuizing en of de gemeente hieraan mee kan werken.
In antwoord laat het college weten dat de steen een ‘verbindende rol’ zou kunnen spelen tussen Oud-Gastel en Oudenbosch ‘los van een eventuele locatie’. Tegelijkertijd benadrukt het college dat niet de gemeente, maar de Heemkundige Kring Broeder Christofoor eigenaar is van de dondersteen.
“De gemeente heeft geen zeggenschap over iets dat niet van haar is. De gemeente wacht het inwonersinitiatief af. De haalbaarheid van verplaatsing naar een geschikte locatie die bijdraagt aan verbinding is niet in te schatten en afhankelijk van veel factoren”, luidt het officiële antwoord van het college.
