VIDEO

Grootste distributiecentrum van de Benelux bijna open en zo ziet het eruit

Vandaag om 09:30 • Aangepast vandaag om 13:33

Wie over de snelweg A17 bij Moerdijk rijdt, kan er niet omheen: het nieuwe distributiecentrum van DSV is wat je noemt kolossaal. De ‘blauwe reus’ op het Logistiek Park Moerdijk (LPM) is meer dan een kilometer lang en zo’n tweehonderd meter breed. Volgens DSV gaat het om het grootste distributiecentrum van de Benelux. Het complex is sowieso met afstand het grootste gebouw in Brabant en wordt deze maand officieel in gebruik genomen.

Profielfoto van Erik Peeters
Geschreven door

“We zijn in maart vorig jaar begonnen met de bouw en we liggen nog steeds op schema”, zegt projectmanager Mathieu Liebau van de Deense logistiek dienstverlener terwijl hij een rondleiding geeft in het complex. De laatste werkzaamheden worden deze dagen afgerond. Bij binnenkomst zijn de werklieden aan de andere kant van de ruimte slechts nog waarneembaar als stipjes in de verte.

"Je hebt het over een totale oppervlakte van 34 voetbalvelden.”

“Dat is niet zo gek wanneer je je bedenkt dat alleen al deze hal een oppervlakte heeft van drie voetbalvelden”, verduidelijkt Liebau. Het duizelt de bezoeker helemaal wanneer de projectleider vertelt dat het hele complex bestaat uit in totaal tien van deze hallen. "Je hebt het over een totale oppervlakte van 34 voetbalvelden.”

Volgens business supportmanager Joost Spoel wordt er in de gigavestiging in Moerdijk binnenkort van alles opgeslagen en klaargemaakt voor verder transport. “Onze klanten zijn voornamelijk grote bedrijven waarvoor wie de logistiek doen. Goederen variëren van elektrische gitaren en kinderwagens tot ingrediënten van een bekend frisdrankmerk.”

DSV behoort tot de grootste logistieke bedrijven ter wereld. Bij het concern werken zo’n honderdzestigduizend mensen, verspreid over ruim drieduizend vestigingen in ongeveer negentig landen. Of de duizend parkeerplaatsen op het dak van de nieuwste locatie straks ook allemaal bezet gaan worden, laat zich volgens Joost Spoel nog moeilijk voorspellen.

"Ook in de logistiek is het momenteel een uitdaging om personeel te vinden.”

“Ik denk dat je uit kunt gaan van een aantal tussen de vijfhonderd en achthonderd medewerkers. Het is sterk afhankelijk van hoe goederen hier verwerkt gaan worden voor verder transport. We hebben een grote ambitie voor automatisering, maar dat sluit niet uit dat we ook mensen nodig hebben. Ook in de logistiek is het momenteel een uitdaging om personeel te vinden.”

Als voorbeeld van automatisering noemt Spoel de ‘autonome drones’ die ’s nachts langs de stellingen vliegen om producten te scannen. “Zo wordt iedere dag de voorraad automatisch en uiterst precies geteld.”

Zijn collega Liebau laat ondertussen één van de tien chauffeursruimtes zien. “Hier kunnen de mannen of vrouwen straks koffie drinken en even ontspannen”, zegt hij terwijl hij alweer naar buiten loopt. Hij wijst naar de honderden meters lange gevel. “Het was een voorwaarde dat het distributiecentrum zou worden ingepast in het landschap.”

 

"Bijna dertienduizend zonnepanelen zorgen voor de elektriciteit."

Hij vervolgt: “Om deze reden hebben we ervoor gekozen om de gevel helemaal rondom door te trekken. Ook de grote parkeerplaats voor vrachtwagens is met een stuk schijngevel omheind, zodat het er van de buitenkant uitziet als één geheel. Daarnaast hebben we bewust gekozen voor de kleur blauw, omdat het een natuurtint is."

Achter dezelfde lange gevel bevinden zich, verdeeld over drie verdiepingen, de kantoorruimtes. Met een loopbrug over de binnenplaats staan ze in verbinding met de distributiehallen.

 

Terwijl Liebau de rondleiding bijna afsluit, wil hij nog één ding kwijt. “We worden natuurlijk vaak aangesproken op de grootte. Wat het project nog specialer maakt, zijn de grote inspanningen die we hebben gedaan met het oog op het verminderden van de uitstoot van CO2. Bijna dertienduizend zonnepanelen zorgen voor de elektriciteit in de hallen en in de kantoorruimtes. Daarnaast wordt rondom het distributiecentrum 32 duizend vierkante meter groenvoorziening aangelegd.”

Op 9 december wordt de sleutel overgedragen en kunnen de goederen vanuit ‘de blauwe reus’ in Moerdijk verder worden verspreid.

Jan Fransoo is hoogleraar Operations en Logistiek Management aan Tilburg University. Volgens hem zullen er in de toekomst alleen nog maar meer distributiecentra nodig zijn. Hij pleit er daarom voor om de 'dozen' beter in te passen in de omgeving en om de bedrijfspanden op een slimme manier te combineren met wonen. 

Vier vragen aan professor Fransoo over distributiecentra: 

  • Waarom zijn er meer distributiecentra nodig?

"Dat komt omdat we steeds meer online spullen kopen. De voorraden die voorheen in de winkels lagen, zijn nu opgeslagen in distributiecentra. Wie zijn bestelling binnen 24 uur wil hebben, moet accepteren dat de voorraad dichtbij ligt. Anders duurt de levering langer of komen er meer vrachtwagens de weg op, wat zorgt voor meer files en meer uitstoot."

  • Worden distributiecentra ook nog steeds groter, of is het nieuwe XXL-centrum in Moerdijk een uitzondering?

"Tussen 2010 en 2023 werden de gebouwen steeds groter. Door de druk om sneller te leveren, worden ze nu juist kleiner. De afgelopen twee jaar zijn er, met uitzondering van Moerdijk, bijna geen XXL-centra meer gebouwd. Toch blijft over het geheel genomen een groeiende vraag naar meer capaciteit. Bedrijven willen grotere buffers achter de hand hebben vanwege de huidige geopolitieke onzekerheid. Voorbeelden zijn de problemen in het Suezkanaal en spanningen rond China. Tussen 2010 en 2020 is hierdoor de hoeveelheid voorraad al verdubbeld."

  • Hoe ziet de toekomst van distributiecentra eruit?

"We zullen beter moeten nadenken over hoe we deze gebouwen in het landschap gaan inpassen. Lelijke dozen zijn niet meer van deze tijd. De sector werkt hier al aan. DSV op Moerdijk maar ook Rhenus in Tilburg zijn hier goede voorbeelden van. Daarnaast zou je aan de rand van steden logistiek kunnen gaan combineren met wonen. Appartementen kunnen prima tegen de achterwand van een distributiecentrum worden gebouwd. Aan de achterkant komen meestal geen vrachtwagens. Bovendien kunnen zonnepanelen op het dak zorgen voor de stroomvoorziening. Het probleem is dat de huidige bestemmingsplannen hier niet in voorzien. We zullen daarom moeten nadenken om gemengd wonen en lichte industrie naast elkaar mogelijk te maken.” 

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.