De 89-jarige Peter Mes vecht als een Don Quichot tegen de herbouw van het Bossche puthuis. De bezwaren van de oud illustrator, reportagetekenaar en directeur van het Kunstcentrum Brabant werden door de Bossche politiek vorig jaar minzaam aan de kant geschoven. Mes vindt het huidige ontwerp van de stadsput 'ridicuul' en meer een bouwsel dat thuishoort in de Efteling.
'Huiskamer van de stad'Zijn beargumenteerde bezwaren werden aan de kant geschoven omdat hij geen belanghebbende zou zijn. Mes woont net buiten het Bossche centrum en zou daarom geen bezwaar kunnen maken. "Dat is uiteraard grote onzin. De stadsbestuurders hebben het over de Bossche Markt als het gaat over 'de huiskamer van de stad', ik als Bosschenaar kom veelvuldig in die huiskamer. Dus dan ben ik ook belanghebbende."
De Raad van State mag nu gaan uitmaken of Mes belanghebbende is. Een procedure bij de RvS neemt gemiddeld een jaar in beslag.
Puthuis hoor thuis in de Efteling Mocht de Raad van State hem in het gelijk stellen, dan moeten de bezwaren van Peter Mes alsnog worden meegenomen in een besluitvorming. Zijn grootste bezwaar is het 'Efteling'-gehalte van het bouwsel, dat in het echt ook maar honderd jaar op de Bossche Markt heeft gestaan.
"Het is de Eftelingisering van het stadscentrum. Ik heb destijds voor de commissie mijn bezwaren samengevat in een spotprent. Op die prent kijkt Langnek uit de Efteling enigszins jaloers naar het ontwerp. Je moet daar iets moois maken, voor de durfals: een mooi open modern kunstwerk met de focus op het water in de put."
Machtsmisbruik door stadsbestuurders Peter Mes weet dat in zijn zeer uitgebreide netwerk van Bossche ondernemers, waaronder ook architecten, veel weerstand bestaat tegen de Efteling-put. "Die mensen durven echter geen bezwaar te maken omdat ze dan geen opdrachten meer krijgen en moeite hebben met het verkrijgen van vergunningen. Het is ook niet verbazend dat de opdracht voor herbouw naar Weyts architecten in Bergen op Zoom is gegaan. En daarom ben ik zo gemotiveerd."