Den Bosch hoeft niet meer te twijfelen: Gerard van Uden heeft echt bestaan

17 juli 2018 om 11:38
nl
Den Bosch hoeft niet langer te twijfelen. Gerard van Uden heeft echt bestaan. Sterker nog, zonder hem zouden de beroemde Zwanenbroeders in de veertiende eeuw niet hebben kunnen uitgroeien tot de mysterieuze organisatie die zij nu – zevenhonderd jaar later – nog steeds zijn.
Profielfoto van Jan de Vries
Geschreven door
Jan de Vries

Gerard van Uden? We gaan terug naar 1318. Toen werd het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in Den Bosch opgericht. In de volksmond werd dat het Zwanebroederschap. Het bestaat nog steeds en is één van de oudste verenigingen van Nederland. Het beroemdste lid is Koning Willem-Alexander.

Mysteries
De broeders (zusters zijn er niet) verenigden zich ter ere van Maria. Aanvankelijk kwamen de leden alleen maar uit de geestelijke katholieke kring. Later werd het een meer oecumenisch gezelschap dat altijd met mysteries was omgeven. Het werd een herenclub die goede doelen steunt.

Het is altijd een raadsel geweest of Van Uden echt heeft bestaan. Er ging een verhaal dat hij mede-oprichter zou zijn, maar dat was ook al een mysterie. 

Cruciale rol
Historicus Jan Sanders, rijksarchivaris bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), heeft nu aangetoond dat Van Uden wel degelijk heeft bestaan en een cruciale rol heeft gespeeld. 

Sanders kwam de naam Van Uden tegen in stukken uit de zestiende eeuw toen er een dispuut was tussen de Zwanenbroeders en anderen. De historicus spitte verder en lichtte stukje bij beetje het doopceel van Van Uden. Sanders: “Toen ontdekte ik dat hij de financier is van het altaar van het broederschap.”

Testament
Die schenking vond plaats enkele jaren na de oprichting. Volgens Jan Sanders was dat altaar van cruciaal belang voor een broederschap die zich hadden verenigd rond de Heilige Maagd. 

Om haar te kunnen vereren en daarmee volledig te kunnen functioneren als Illustre Lieve Vrouwe Broederschap was zo’n altaar onontbeerlijk. Sanders: “Daarvoor zorgde Gerard in 1321. Hij wijzigde zijn testament, liet een altaar in de kapel bouwen en liet geld na voor het onderhoud van een priester die na zijn dood de wensen van de broeders kon vervullen. Natuurlijk moest de priester ook bidden voor zijn zielenheil.” 

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.