Rechter vindt stintverbod onzorgvuldig, minister moet besluit heroverwegen
Het besluit om de stint definitief van de weg te halen, was onzorgvuldig. Dat heeft de rechtbank Noord-Nederland vrijdag bepaald in een zaak die was aangespannen door kinderopvangorganisaties en de fabrikant van de stint. Aanleiding voor het verbod was het drama dat in september 2018 plaatsvond in Oss. Daarbij kwamen vier kinderen om het leven.
Enkele maanden later verbood minister Cora van Nieuwenhuizen twee versies van de elektrische bolderkar omdat die niet aan de regels voldeden. Volgens de rechter had de overheid dit kunnen weten toen de stint in 2011 toegelaten werd, dus is er sprake van onzorgvuldig handelen. De minister moet nu
opnieuw kijken naar dit besluit.
Compensatie
De kinderopvangorganisaties hebben veel kosten gemaakt doordat de stint van de weg is gehaald, omdat ze onder meer vervangend vervoer moesten regelen. De minister dient van de rechter bij een nieuw te nemen besluit 'nadrukkelijk mee te nemen dat compensatie van eisers aan de orde is', is te lezen in de uitspraak.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat weten de uitspraak te gaan bestuderen. Inmiddels is overigens een nieuwe versie van de stint, de zogenoemde BSO-bus, wel op de weg toegelaten.
