Het gevaar is 25 jaar na de varkenspest nog steeds niet geweken

28 januari 2022 om 14:27 • Aangepast 7 februari 2022 om 09:01
nl
De varkenspest die in februari 1997 in ons land uitbrak, en dan vooral in Brabant, heeft diepe wonden geslagen. Grijparmen die dode varkens in vrachtwagens lieten vallen en lege stallen achterlieten. Of juist overvolle stallen met dierenleed. En ook verdrietige en gefrustreerde varkensboeren. 25 jaar later ligt de Afrikaanse varkenspest op de loer.

Harrie Verkampen, toen varkenshouder en wethouder in de gemeente Gemert-Bakel, kan er nog steeds tranen van in zijn ogen krijgen. “Alles komt weer boven. Je weet dat het gebeurt, omdat het systeem niet werkt. En dat het eigenlijk niet zo had gehoeven.”

Ruim een jaar nadat in Venhorst een eerste haard was gevonden, waren 429 bedrijven besmet verklaard en waren ongeveer 12 miljoen varkens geruimd.

Dode varkens worden in vrachtwagens geladen: de varkenspest sloeg hard toe in Brabant (foto: archief).
Dode varkens worden in vrachtwagens geladen: de varkenspest sloeg hard toe in Brabant (foto: archief).

De virusziekte had het sein moeten zijn voor een drastische sanering van de sector. Het dierenwelzijn moest worden verbeterd en een concentratie van bedrijven moest worden tegengegaan. Deze aanpak om herhaling van de varkenspest te voorkomen kostte miljarden, maar wat kwam er eigenlijk van terecht?

Reconstructie van het platteland
Jozias van Aartsen zette in 1997 als minister van Landbouw de reconstructie van het platteland in gang. Zijn vele opvolgers hebben op hun beurt ook het wiel proberen uit te vinden. Een rapport van tien jaar na de varkenspest, adviseerde juist om terughoudend te zijn met nieuw rijksbeleid en boeren hierbij te betrekken. En dan is er in de loop der jaren ook in het provinciehuis in Den Bosch nog het nodige besproken en vastgelegd.

Het platteland zou na de varkenspest opnieuw ingericht worden. Met aparte gebieden voor natuur, de intensieve veehouderij en tussenliggende 'verwevingsgebieden'. In Gelderland is dit gelukt. In Brabant, de varkensprovincie bij uitstek, wilde het maar niet vlotten. Er zijn wel veel bedrijven verdwenen, door bijvoorbeeld kostbare verplaatsings- of stoppersregelingen. Andere zijn opgegaan in enorme veehouderijen. Zo is in ruim twintig jaar tijd het aantal varkensbedrijven in Brabant met 3000 gedaald tot ruim 1100.

Het aantal varkens in Nederland nam af van 15 miljoen in 1997 naar 11,5 miljoen nu (waarvan bijna de helft in Brabant), maar veel bedrijven zijn inmiddels zo groot dat ze megastallen worden genoemd.

Afrikaanse varkenspest
Nieuwe tegenwind dreigt inmiddels: de Afrikaanse varkenspest. Deze ziekte komt tot nu toe alleen in het buitenland voor, maar rukt ieder jaar verder op vanuit Oost-Europa. Als de ziekte ook ons land bereikt, dan zou dat rampzalige gevolgen hebben voor de varkenshouderij en aanverwante activiteiten. Op een nieuw trauma, na de varkenspest in 1997, zit deze sector niet te wachten.

Oud-varkensboer en voormalig wethouder Harrie Verkampen ziet het somber in: “Ik ben ervan overtuigd dat we binnen twee jaar weer varkenspest hebben en dat er dan geen actueel draaiboek is.”

Harrie Verkampen (foto: Alice van der Plas).
Harrie Verkampen (foto: Alice van der Plas).

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.