'Geen boeren, geen voedsel', maar klopt dat wel?

27 juni 2022 om 13:45 • Aangepast 28 juni 2022 om 11:12
nl
Het is een leus die we de afgelopen dagen weer vaak voorbij zien komen: 'No farmers, no food'. Het is voor de boeren hét argument tegen het aangekondigde stikstofbeleid van het kabinet. Want, zeggen zij, als wij moeten stoppen, heeft Nederland geen eten meer. Maar in hoeverre klopt die theorie nou eigenlijk?
Profielfoto van Sven de Laet
Geschreven door

"Ik kan de eerste zorg in ieder geval wegnemen", vertelt Jeroen Candel uit Dongen. Hij werkt als hoofddocent Voedsels- en Landbouwbeleid aan Wageningen University. "We hoeven niet bang te zijn dat we op korte termijn zonder voedsel komen te zitten. Pas als alle boeren van het één op het andere moment zouden stoppen, hebben we een probleem. Maar daar is geen sprake van."

"Zo'n 70 procent van wat we in Nederland verbouwen, gaat naar het buitenland."

Dat heeft alles te maken met de internationale verwevenheid van onze voedselvoorziening. Zo is een groot gedeelte van wat we in Nederland verbouwen helemaal niet voor hier bedoeld. Met name op het gebied van vlees, sierteelt en bepaalde groenten, is Nederland een grote speler binnen de EU. "Zo'n 70 procent van wat we in Nederland verbouwen, gaat uiteindelijk naar het buitenland."

Onderzoeker en universitair docent Jeroen Candel (foto: Paul Voorham).
Onderzoeker en universitair docent Jeroen Candel (foto: Paul Voorham).

Datzelfde geldt voor de omgekeerde weg. "Een hoop producten die wij dagelijks consumeren, moeten we nu ook al importeren. Denk aan tropische vruchten, zoals bananen. Maar ook koffie, chocola en luxeproducten als wijn en Spaanse ham. Daarvoor zijn we simpelweg op het buitenland aangewezen."

Ook de boeren zelf zijn in hoge mate afhankelijk van die import, vertelt Candel. "Producten als veevoer en kunstmest komen voor een groot deel uit het buitenland. Dat is weliswaar geen eten, maar wel noodzakelijk voor de huidige voedselproductie."

"Je kunt beter gewassen verbouwen die we direct zelf kunnen eten."

Daar zit misschien wel het grootste pijnpunt volgens Candel. "We springen ontzettend kwistig om met onze gewassen. Zeventig procent van onze landbouwgrond is op dit moment bedoeld voor het houden van dieren, het telen van hun voer en het verbouwen van biobrandstoffen. Daarnaast wordt er ontzettend veel voedsel verspild."

En dus moet er snel iets veranderen, vindt de onderzoeker. "Willen we iets aan het klimaatprobleem en het verlies van biodiversiteit doen, dan zullen we snel over moeten gaan op meer plantaardige productie. We kunnen beter gewassen verbouwen die we direct zelf kunnen eten, dan dat het eerst via een dier moet."

Toch ligt die verantwoordelijkheid niet volledig bij de boeren, benadrukt Candel. "We zullen als maatschappij moeten inzien dat ons huidige voedselsysteem niet meer werkt en in de supermarkt vaker moeten kiezen voor het biologische alternatief."

"Dat stukje vlees zal waarschijnlijk duurder worden."

Daarin ligt volgens Candel een belangrijke rol voor de overheid. "Overheden zullen de prijsprikkels in de markt moeten veranderen om te zorgen dat de duurzamere en gezondere keuze de goedkopere is. Nu is het nog vaak omgekeerd. Op termijn zal dat stukje vlees dus waarschijnlijk duurder worden." Maar lege schappen? "Dat zal niet gauw gebeuren."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.