Karel bezoekt criminelen omdat hij veroordelen te gemakkelijk vindt
Karel beseft ook wel dat dit allemaal wat zalvend klinkt. Dat hij aan het eind van zijn succesvolle loopbaan in het bedrijfsleven met een burn-out thuis kwam te zitten en hij vervolgens de diagnose ongeneeslijke prostaatkanker kreeg, hebben een milder en vooral bewuster mens van hem gemaakt. Hij stortte zich vervolgens op het boeddhisme waarin karma een belangrijke rol speelt. 'Wie goed doet, goed ontmoet' speelt nu een belangrijke rol in Karels leven.
"Het voelt een beetje als een blind date."
Hij meldde zich aan bij een vrijwilligersgroep om gevangenen te bezoeken. Hij kreeg een rondleiding en een cursus. De gevangenis maakt op basis van behoefte van gevangenen en interesses een afspraak tussen de vrijwilliger en gedetineerde. "Ze zullen een dader van een zedenmisdrijf niet koppelen aan een vrouw bijvoorbeeld", licht Karel toe.
Hij is nooit nerveus voor zo'n eerste afspraak met iemand die toch vaak behoorlijk wat op zijn kerfstok heeft. "Het voelt wel een beetje als een blind date, maar dat vind ik juist een avontuur. Ik ben ook niet bang uitgevallen."
"Het noodlot kan ervoor zorgen dat je de verkeerde weg inslaat."
Het contact met veroordeelden geeft Karel inzicht en voldoening. "Ik keek vroeger op gevangenen neer", vertelt Karel. "In de gesprekken met moordenaars, verkrachters en oplichters besefte ik dat het noodlot zomaar ervoor kan zorgen dat je de verkeerde weg inslaat. Waar staat je wieg, wie zijn je ouders en je vrienden? Eén verkeerde keuze en je kunt in de goot belanden."
Niet alleen de gedetineerden waarderen de bezoekjes. Ook voor Karel zijn ze belangrijk. "Ik leer van elk gesprek. Het is therapeutisch voor beide partijen." Met zijn eerste contact dat hij opdeed in de gevangenis heeft hij nog steeds contact. Ook al is deze gevangene inmiddels al lang weer op vrije voeten. "Er ontstaat toch een verbinding en soms een vriendschap. Dan kun je toch niet zeggen 'succes en tot ziens' zodra iemand vrijkomt?"
Slechts een enkeling heeft Karel moeten afremmen. "Dan werd ik twintig keer per week gebeld door een oud-gevangene. Dat werd me te gortig. Ik heb ook nog een leven. Dus deze man mag me maar één keer per week bellen, hebben we afgesproken."
"Ik probeer een lichtpuntje te zijn waardoor ze koers houden."
Toch heeft Karel veel begrip voor de situatie van de mensen die hij in de gevangenis ontmoet. "Het overgrote deel van de gedetineerden is eerder al in aanraking geweest met de GGZ. Iets minder dan de helft heeft een licht verstandelijke handicap. De maatschappij schiet te kort in haar opvang." En dus doet hij wat hij kan. "Ik probeer voor hen een lichtpuntje te zijn, waardoor ze koers houden", zegt Karel. "Dat lukt niet altijd", zegt hij er wat teleurgesteld achteraan.
*Uit veiligheidsoverweging is de naam Karel van Bunschot gefingeerd.