Hoe Mo worstelt met zijn tbs: ‘Ik word gezien als monster en psychopaat'
"Ik ga niks zeggen. Ik heb er geen vertrouwen in.” Dat is het eerste wat Mo K. (35) zegt als hij plaats neemt in de rechtszaal in Breda. Het geeft meteen de situatie aan. Even dreigt het zelfs mis te gaan met zijn eigen advocate die de rechter uitlegt wat er speelt: “Hij is boos op mij omdat ik met zijn behandelaar heb gesproken.” Maar Mo ontkent. “Ik heb met haar geen problemen."
Kolkende vuurzee
Bij Mo was er al iets geknapt toen hij tiener was. Zijn relatie ging stuk en hij ging het meisje stalken. Mo nam wraak door bij haar huis een boom in de fik te steken. Het was een voorbode.
Op zijn 17e zorgde hij voor landelijk nieuws door een compleet winkelcentrum in brand te steken. Het gebeurde tijdens de najaarskermis van 2004, in Roosendaal. Terwijl attracties op de Oude Markt rondjes draaiden, golfde een kolkende vuurzee over de Nieuwe Markt. De Blokker en nog acht andere winkels werden compleet verwoest. Mo K. werd opgepakt en veroordeeld. Net als twee handlangers. Het motief voor de brandstichting bleef duister.
Kogels
Psychologen en psychiaters zagen allerlei stoornissen bij hem: zwakbegaafd, impulsief, narcistisch. Vooral 'verminderd toerekeningsvatbaar' met het gevaar dat hij steeds weer de fout in kan gaan.
Hij kreeg tien maanden cel en plaatsing in een jeugdinrichting. Vanuit die kliniek ging Mo dreigbrieven aan zijn ex-vriendin sturen. ‘De tijd van wraak is gekomen’, stond daarin. En: ‘Je zou je vergissen als je dacht dat mijn kogels je zouden missen'.
Ontsnapping
In juli 2006 vluchtte hij uit de gesloten jeugdinrichting Den Engh bij Utrecht. Een dag later sloeg hij toe in Roosendaal. Met een mes drong hij het huis binnen van zijn ex, toen ook nog een tiener net als hij. Ze kon zich verweren door hem te schoppen maar raakte gewond door messteken aan haar arm en oksel. Haar vader werd ook gestoken. “Jullie gaan allemaal dood”, riep de Roosendaler. Mo werd vervolgens gepakt voor poging tot doodslag en weer veroordeeld. Het gerechtshof legde vijf jaar op en tbs, vanwege zijn 'meedogenloosheid'.
Na al die jaren lijkt er weinig vooruitgang. Soms volgen nieuwe diagnoses, maar Mo is kritisch. “Die mensen willen mij niet buiten hebben." Mo wil eigenlijk niks zeggen. “Ik wilde in eerste instantie niet komen. Ik word toch al gezien als monster en psychopaat."
Wachtlijst
Om de maximaal twee jaar moet een rechtbank bekijken hoe het ervoor staat met mensen in tbs. Dat is om te voorkomen dat het een soort levenslang wordt. Ook de behandeling van Mo wordt beoordeeld, net als bij de ongeveer 1400 andere tbs'ers in ons land.
Een behandelend psycholoog geeft uitleg over Mo en wat er misging in diverse klinieken. Niemand wil hem nog. Ja, de longstay in Vught. Maar daar is een wachtlijst en hij staat nu 18e.
De psycholoog schetst een weinig vrolijk beeld. Mo weigert medicatie. “Van behandeling is nog niks terechtgekomen. De prognose is heel somber. Hij vertrouwt ons niet."
Eenzaamheid
Mo zegt dat hij de psycholoog niet kent. “Hij heeft me nooit benaderd." Dan suggereert Mo ineens dat de psycholoog een vrouw heeft aangerand. “Dat is echt gebeurd!” En hij noemt een vrouwennaam. De psycholoog reageert geschokt. “Dit is smadelijk. Ik wil dat de griffier dit noteert."
Mo praat over zijn eenzame dagen in de kliniek. "Ik zit nu 96 procent achter de celdeur. Met mensen die zwaar psychotisch zijn en verward. Vroeger kon ik een kopje koffie drinken en over het WK praten."
De officier van justitie houdt het kort. “Meneer kan niet naar buiten." Ze vraagt om de maximale tbs. Zijn advocate wil een jaar.
'Engelengeduld'
Dinsdag beslist de rechtbank, in een lege zaal want Mo wilde niet komen. De boodschap: er is geen enkel perspectief op terugkeer in de samenleving. Deskundigen waarschuwen voor 'lange adem en engelengeduld.'
De tbs wordt met twee jaar verlengd. “Hij moet samenwerken met de kliniek”, benadrukt de rechter. Ze besluit de bal maar weer bij Mo te leggen in de hoop dat het nu wel lukt. “Hij heeft de sleutel die nodig is om de tbs te beëindigen."